Grijpen naar een speeltje, zwaaien naar mama of een lepel vasthouden: het lijken kleine gebaren, maar ze zeggen veel over de motorische ontwikkeling van een baby. Zo doen sommige kindjes vanaf het begin alles met links of rechts. Is dat eigenlijk wel normaal, zo’n vroege handvoorkeur?
We vragen het aan kinderfysiotherapeut Steffie Schoenmakers.
Beide handjes in actie
“Het is belangrijk dat baby’s in hun eerste levensjaar beide handen ongeveer evenveel gebruiken", vertelt Steffie. “De hersenhelften zijn dan nog volop in ontwikkeling en nog niet gespecialiseerd. Je verwacht dus nog geen duidelijke voorkeur.” Toch zie je bij sommige baby’s al vroeg een voorkeur ontstaan. Vanaf ongeveer 1,5 jaar kan die voorkeur licht zichtbaar worden. “Dat is op zich niet erg, zolang beide handen nog wel actief meedoen”, legt ze uit. “Pas rond het derde jaar begint een kind echt een duidelijke voorkeur te ontwikkelen. Maar zelfs dan is het nog niet definitief. Dat wordt het meestal pas rond een leeftijd van 5 of 6 jaar.”
Wanneer moet je gaan opletten?
Het is goed om langs een kinderfysiotherapeut te gaan, als een baby consequent met één hand speelt en de andere nauwelijks gebruikt. “Een uitgesproken voorkeur vóór de twaalf maanden kan wijzen op een onderliggend probleem", zegt Schoenmakers. Er zijn dan verschillende oorzaken mogelijk:
Eenzijdige bewegingsbeperking, bijvoorbeeld door verhoogde of verlaagde spierspanning
Asymmetrische bewegingspatronen, soms een signaal van vroeg hersenletsel
Vermijden van de arm vanwege pijn of ongemak
“Als een baby bijvoorbeeld altijd alleen met rechts speelt en je ziet dat links nauwelijks in beweging komt, dan kijken we naar de spiertonus, de bewegingsvrijheid van de schouder en of er reflexmatige afwijkingen zijn”, vertelt ze.
Wanneer is er géén reden tot zorg?
Gelukkig is een lichte voorkeur niet meteen alarmerend. “Zolang een baby beide handen gebruikt, ook al is de ene net iets actiever, is dat meestal prima,” zegt Schoenmakers. “Een baby mag best af en toe links of rechts kiezen bij een taakje, zoals reiken of slaan tegen een speeltje. Zolang die voorkeur maar afwisselt.” Waar het om draait is symmetrie: beide armen moeten aan bod komen in het dagelijkse spel en bewegen.
Let op de motoriek
Toch zijn er signalen waar je als ouder alert op mag zijn. “Als een kind steeds één hand ontwijkt, motorische mijlpalen mist of een abnormale spierspanning heeft, bijvoorbeeld erg slap of juist heel gespannen, dan is het verstandig om een kinderfysiotherapeut mee te laten kijken." Ook opvallende asymmetrie in houding of beweging is een teken om niet te negeren:
Kortom: een lichte voorkeur is vaak niets om je zorgen over te maken, maar een sterke voorkeur bij baby’s onder het jaar verdient wél aandacht. “Vertrouw op je gevoel als ouder,” sluit de kinderfysiotherapeut af. “Merk je dat je kindje een kant duidelijk vermijdt of zie je iets opvallends in zijn motoriek? Vraag dan gerust advies. Hoe eerder we signalen oppikken, hoe beter we kunnen ondersteunen in de ontwikkeling.”
Wil jij graag jouw verhaal over je bevalling, baby, vruchtbaarheidstraject of iets anders delen op BabyBytes? Dat kan via dit formulier. Wie weet staat jouw verhaal binnenkort (anoniem) op de site!
Demi Schoenmakers is moeder en online redacteur voor onder andere BabyBytes, Libelle en Women's Health. Met een scherp oog en een luisterend oor zoekt ze naar verhalen die de lezer prikkelen. Of het nu gaat om gezondheid, lifestyle of opvoeding; ze probeert haar artikelen op een toegankelijke en boeiende manier over te brengen.
Reageer op dit artikel
reacties (0)