Daar waar de oude eik ooit stond
Waren een Trol en zijn Troela rond
Diep in het woud waar het donker dwaalt
Dat is waar dit geschrift van verhaalt
Bij maan en bij schemer, bij schaduw en zon
verborgen in bosjes, verstopt bij de bron
Giechelen, lachen; een wandelaar stopt
Ziet niets en loopt door, door trollen gefopt
Blaadjesgeritsel, kastanjes in vlucht
Takken die zwaaien, inmiddels berucht
Wil je ze vinden, heb dan geduld
Met oren gespitst en zakken gevuld
Want Trol en zijn Troela die houden van zoet
We kennen hun smaak en kennen die goed
Maar maak je ze wakker en heb je geen gift
Maak je dan klaar voor hun toorn en hun drift
Menige wandelaar is kwijtgeraakt
Als Trol en Troela waren ontwaakt
Dus pas op en weet hoe je thuis moet komen
Voor je gaat wandelen tussen de bomen
Want daar waar de oude eik ooit stond
Waren een Trol en zijn Troela rond.

reacties (0)