Als mama treedt je ineens toe tot een geheime club, zo las ik eens. Het klopt: op straat ben je ineens vogelvrij als je met je kindje op pad bent. Mensen schieten van alle kanten toe. Met wildvreemden wissel je persoonsgegevens uit zoals gewicht, lengte en vooral hoe het kindje slaapt.
Oh, en dat ze mooie ogen hebben of zo'n lieve glimlach (voor 't geval de kleine vooralsnog alleen de mooiste in de eigen mama's ogen is).
Natuurlijk.
Dat hoort er bij. Dat is het equivalent van de geheime handdruk.
Zo herinner ik mij ons moeki die bij elke babywagen even bleef staan en na het nodige kirren en bewonderen steevast riep: 'Ah, geef em aan mij!', waarop de verbijsterde moeders in kwestie meestal snel weer vertrokken waren.
Zwanger van onze oudste was ik er van overtuigd dat ik goed voorbereid was. Stapels boeken over symptomen, zwangerzooi, emotieschommelingen, baby-uitzet, kinderziektes, veiligheidsvoorschriften, opvoeding en studiefondsen leverden me een volledig aangepast vocabulair op. Bood een vriendin me echter een stapel hydrofiele luiers aan, wees ik ze in eerste instantie nog af omdat ik immers weggooiluiers ging gebruiken....wist ik veel.
Gelukkig kon ze er om lachen en legde me uit dat het hier om speciale doekjes ging die je kan gebruiken bij het voeden, om op te verschonen, om de spuug op te vangen.
Aha.
Toch maar even doorstuderen dus.
Een jaargang of wat oudertijdschriften verder durfde ik het voorbereidingsritueel even te laten rusten. Het hele borstvoedingsverhaal geloofde ik wel. Dat ging gewoon lukken.
Of niet.
En dan toch.
Ik ben zelf ook groot geworden op de fles, maar de wens om zo'n frutsel aan de borst te leggen was wel heel sterk.
Melkproductie? Geen moment zorgen over gemaakt.
Toeschietreflex? Nou ja, ik ging er van uit dat elk kindje die hapreflex wel heeft.
...
Indien de lezer zelf mama is, hoor ik hier nu gegrinnik.
Die toeschietreflex, hè?
Ik kon er ook niets over vinden in de informatie. Een geheimpje binnen de geheime club der moeders. Niemand sprak er over. Ik meende zelf overigens het woord wel te snappen, dus ik deed er ook geen moeite voor.
Klinkt logisch: dat het kindje toeschiet en op de borst aanvalt.
Ik was dus voorbereid.
En ja: daar was dan toch het moment na alle onrust rondom de keizersnede en uitblijvende productie. Ineens woog mijn voorgevel een paar kilo extra en konden alle zoogcompressen van de wereld mijn bed niet droog houden. Kindje hoefde de mond maar te openen en eronder te gaan liggen en dan kwam de melk vanzelf de kwek wel in.
Ik had mijn wens: de voedingen waren onze prachtmomenten!
Naarmate de weken vorderden, werd de kleine beer nieuwsgieriger naar de wereld. Tijdens het drinken wijd open oogjes en regelmatig een tranentrekkende ruk van zijn hoofd (met inhoud, ja) naar links of rechts.
Het was zaak hem zo snel mogelijk af te leren vast te bijten als hij bewoog en ja hoor: hij snapte het, ons manneke. Dus de volgende keer dat mijn man tegen me praatte en de hummel zijn papa wilde zien, liet hij braaf los en lachte.
Mijn man ook.
Want terwijl ik alleen maar in verbijstering kon staren, spoot daar een sierlijke fontein van melk vanuit de borst de halve kamer door.
Een hogedrukspuit was er niets bij.
Diverse hydrofiele luiers later en bijgekomen van het lachen wist ik eindelijk wat die gekke kriebel was als de kleine kwam drinken. De toeschietreflex.
Geen lief happend baby'tje maar een flinke douche aan melk.
Nu snap ik waarom hier angstvallig over wordt gezwegen.
Het is een grap.
Een universele grap binnen de geheime club.
Een initiatie in de puinhopen der moederschap.
Daar kan je niet over praten, dat moet je beleven.
Dus mocht je ooit nog aan kinderen denken, vergeet dat je dit gelezen hebt.
Laat het maar lekker over je heen komen.
Of door de kamer.
Afhankelijk van hoe toeschietelijk je bent.

reacties (0)