'De clan.'
Het was de wens van mijn moeder om een familie te hebben die zo in elkaar zat dat ze nooit meer anderen nodig zou hebben.
Het was haar zegen en haar vloek dat het haar lukte, want vrienden hield ze daardoor regelmatig op afstand.
Maar oh, de familieband.
Wat ben ik daar dankbaar om.
Dat we door onze puberperikelen heen zijn gekomen met liefde voor elkaar.
Dat we elkaar gunnen.
Elkaar graag zien.
En gemak blijven voelen zelfs al gaat er wel eens meer tijd overheen dan we tevoren bedachten.
Zekerheid, zo voelt het.
Een liefde die niet zal verdwijnen.
Bouwen en vertrouwen.
Als kindje ben ik stapelverliefd geweest op mijn grote broer. We maakten altijd samen muziek; hij op de gitaar, samen zingen en voordat ik me bewust werd van mijn lijf en daar eigenlijk niet zoveel mee kon, dansten we ook heel gezellig op de muziek van ons vadertje.
Die liefde zie ik nu terug bij Thorben.
Natuurlijk is hij stapeldol op zijn zusje die hij overlaadt met aandacht, kusjes en knuffels en die hij regelmatig dingen probeert aan te leren zodat hij meer met haar kan spelen.
'Goed zo, Ilva! Rollen met de bal! Je kan het!'
Wat een coach, ons ventje.
En wat istie dol op zijn ooms en tantes! Naar bed wil hij echt niet op Kerstavond en de volgende ochtend na het enthousiast springen om het feit dat er ineens cadeautjes onder de Kerstboom liggen, kijkt hij toch even om zich heen, ziet de lege bank en vraagt: 'Waar is Martain?'
Maar hij heeft een nog grotere liefde.
Het gaat om zijn nichtje, Leander.
Zodra hij haar naam hoort, beginnen zijn ogen te schitteren en krijgt hij de stuiteritis.
Bij ieder meisje met lang, blond haar op straat denkt hij dat zijn nichtje daar loopt.
Regelmatig komt hij vragen: 'Waar is Leander?'
'Bij haar papa en mama, jonkie. '
'Oh. Komt Leander hier? Ze moet hier in mijn huis komen.'
'Da's goed, manneke. We maken snel weer een afspraak.'
'YEAY! Komt ze nu? Moete even wachten? Komt zo?'
En zie dan nog maar eens uit te leggen dat de teleporteerder nog niet bestaat en dat er zoiets bestaat als volle agenda's aan beide zijden...
Vervolgens pakt hij de kaart van de dierentuin en gaat hij benoemen welke dieren hij allemaal samen met Leander gezien heeft tijdens het vorige bezoek.
Hij straalt.
'Komt Leander volgende keer?'
Een Kerstkaart voor zijn nichtjes dan maar, want ook zijn Grote Nicht staat hoog op zijn waarderingslijstje. We trekken zijn hand om en hij versiert naar hartelust, de vingertjes benoemend.
De mooiste is natuurlijk voor Lea.
Daarna zet hij alvast de stoelen klaar.
Een stoeltje voor Thorben, eentje voor Ava, en de voorste voor...jawel: Leander.
Oh, en Ilva mag er ook wel bij. Maar die kan wel bij Ava op schoot want: 'Ava vind de Ilva lief, hè?'
Ja jonkie, dat heb je goed gezien.
Ook daar zit liefde.
Ielfje en Aaf begrijpen elkaar uitstekend
Hoe hebben ze het zo uitgezocht? Neef en nichtjes lijken de banden verdeeld te hebben en het bevalt eenieder prima.
Zelfs al besluiten de grote dames dat ze af en toe eventjes genoeg hebben van het kleine grut en zelfstandig aan de wandel willen, altijd weer graviteren ze naar elkaar toe en altijd weer is het afscheid zwaar.
Maar gelukkig is het grote liefde.
En overleven ze de wacht.
Want er is altijd 'de volgende keer'.

reacties (0)