Vrolijke loopstoeltjes of springende jumpers zien er vaak heel schattig uit en beloven je kindje sneller in beweging te krijgen. Maar schijn bedriegt, zegt kinderfysiotherapeut Steffie Schoenmakers. Sommige van deze gadgets zijn eerder een hindernis dan een hulpmiddel in de motorische ontwikkeling.
Tijd om uit te zoeken wat kinderen wél helpt vooruit te komen.
Weg met loopstoeltjes
Loopstoeltjes zijn populaire cadeaus voor de eerste verjaardag, maar voor de motorische ontwikkeling zijn ze geen goede keuze. Een kind dat ermee door de kamer racet lijkt leuk, maar Schoenmakers ziet het liever niet. “In een loopstoeltje hangt een kind in een zitje, waardoor het niet zelf leert balans houden. Bovendien gebeurt het voortbewegen vaak op de tenen,” legt ze uit.
En dat is precies waar het misgaat. Door steeds op de tenen te bewegen, kan een kind een verkeerde manier van lopen aanleren of belangrijke fases en mijlpalen, zoals kruipen en optrekken, overslaan. Bovendien: zo’n stoeltje is sneller dan je denkt en voor je het weet rolt dat ding met kind en al van de trap. Kinderfysiotherapeuten raden dit soort speelgoed dan ook altijd af.
Een veel beter alternatief is een stevig duwwagentje of loopkarretje. “Daar loopt je kindje achter, in plaats van dat het erin zit of hangt. Dat sluit wél aan bij de natuurlijke ontwikkeling.” Er zitten zelfs voordelen aan het gebruik van dit speelgoed. “Een duwwagentje stimuleert balans houden en spieraansturing. Kinderen trekken zich op, gaan staan en zetten stapjes en dat is precies zoals het hoort,” legt ze uit.
Koop geen jumpers en bouncers
Voor een kind is een jumper hartstikke leuk om in rond te stuiteren en zo heb jij je handen even vrij. Toch is het geen feest voor de spieren en gewrichten. “Ook hier zijn wij geen voorstander van. In een jumper veert een kind vooral op de tenen, wat de kans vergroot dat het later blijft teenlopen,” zegt Schoenmakers. “Daar komt bij dat de rug en heupen in deze stoeltjes te weinig steun krijgen. Het lijfje wordt belast in een houding die eigenlijk nog helemaal niet past bij de fase waarin je kind zit.” En laat juist die natuurlijke volgorde van kruipen, optrekken en staan zó belangrijk zijn voor een gezonde motoriek.
Wat leren we hiervan?
Sommige speelgoed is vooral leuk om te zien of handig omdat je je kindje er even mee kunt bezighouden. Toch is het belangrijk om verder te kijken dan het gemak of de vrolijke uitstraling. De motorische ontwikkeling van een kind verloopt stap voor stap: eerst rollen, dan kruipen, optrekken, staan en pas daarna lopen. Als speelgoed die volgorde verstoort of fases overslaat, kan dat later voor problemen zorgen. Het beste speelgoed sluit juist aan bij die natuurlijke reis en ondersteunt elk stapje zonder iets over te slaan.
Dus, verruil het hippe loopstoeltje voor een stevig duwwagentje en laat die bouncer in de winkel liggen. Daarmee geef je je kindje een sterkere basis om goed te leren bewegen.
Wil jij graag jouw verhaal over je bevalling, baby, vruchtbaarheidstraject of iets anders delen op BabyBytes? Dat kan via dit formulier. Wie weet staat jouw verhaal binnenkort (anoniem) op de site!
Demi Schoenmakers is moeder en online redacteur voor onder andere BabyBytes, Libelle en Women's Health. Met een scherp oog en een luisterend oor zoekt ze naar verhalen die de lezer prikkelen. Of het nu gaat om gezondheid, lifestyle of opvoeding; ze probeert haar artikelen op een toegankelijke en boeiende manier over te brengen.
Reageer op dit artikel
reacties (1) Stuur een bedankje