Inflatie

Het is nooit genoeg.
Ondanks vele gezinnen met geldproblemen lijken kinderen steeds meer te eisen om tevreden gesteld te worden. Ik zal geen vergelijkingen aangaan met 'vroegâh' want sentiment speelt nu eenmaal een verblindende rol.

Toch valt het op.
Vooral in mijn huidige klasje.
Wat je ook voor ze meeneemt, een ander krijgt volgens hen altijd meer.
Wat je ook voor ze regelt, die andere klas met die andere leerkracht doet altijd leukere dingen.
Wat bijzonder was, lijkt geen waarde meer te hebben.

Zelfs speelgoed beweegt mee met de economie: kleine beer heeft via de vrijmarkt een leuke knikkerbaan op de kop getikt. Er zitten zowaar drie knikkers bij: eentjes, voor degene die het nog weet. Maar ja, beertje is geen beertje als hij niet na diverse frustraties en experimenten een 'waterval' bedenkt die veel weg heeft van een aquaduct over zijn treinbaan heen. Knikkers moeten als water rollen en dat gaat maar moeilijk met drie stuks.

Ik grijp mijn geheime potje met knikkers door de jaren heen.
Vreemde gewoonte, opgepikt van mijn moeder: ik raap knikkers op die ik onderweg vind.
De pot zit dus vol met ouderwetse en nieuwerwetse knikkers, van pinkies tot kleien knikkers. Beertje gaat helemaal los, probeert alle knikkers uit op grootte en gewicht en ziet welke het beste werken in zijn knikkerduct.

Ineens bedenk ik me: op het schoolplein heb ik nooit meer pinkies gezien bij mijn klassen. Eerst kwamen er bonken, toen superbonken en toen megabonken. Pinkies verdwenen uit de knikkerzak als centen uit de portemonnee.

De daaropvolgende knikker was blijkbaar zo groot dat het elk kind ontmoedigde, want de knikkerpotjes op het schoolplein zijn al jaren onaangeraakt, hun plek ingenomen door diverse verzamelbare objecten die met veel ruzie en discussies van hand tot hand gaan.

Inflatie.
Ook van spelplezier, want laat je ze los in het park, dan kijken ze je aan alsof je ze gevraagd hebt de relativiteitstheorie na te bootsen.
Of de juf asjeblieft even wil zeggen wat ze moeten gaan doen en dan het liefste ook scheids wil zijn, want stel je toch eens voor dat de tegenpartij net een grassprietje meer krijgt.

En net als ik denk dat het hopeloos is, bedenkt mijn klas dat ze voor mijn verjaardag heel graag naar een binnenspeeltuin willen. Het weerbericht is namelijk hopeloos en we willen heel graag iets doen entre nous.
Een binnenspeeltuin.
Mijn lieve pubers met de baard in de keel.

Ik neem het risico als ik hun oprecht enthousiaste gezichten zie: dit kan twee kanten uit: of ze gaan mopperen, of het wordt gewoon gezellig.
Ze hebben het zelf bedacht, dus ik gok op de tweede mogelijkheid.

Ter plekke blijkt inderdaad dat ik me geen enkele zorg hoef te maken: ze vliegen er vandoor als kleutertjes en springen en dansen tussen de toestellen door. De trampolines, de glijbaan. Het deert ze niet dat de andere groep 8 hen hartelijk heeft uitgelachen om hun wens: zij zijn er en zij genieten.
Alles is ineens goed. Iedereen speelt met iedereen.
Ik ben overbodig.
Zalig.
Ineens is simpel weer ultiem.

Ik kijk tijdens mijn mijmeringen weer terug naar Thorbens knikkerbaan.
De pinkies doen het verrassend goed, eigenlijk beter dan de eentjes.
Hij geniet van zijn spel.

Ons beertje wordt goed verwend door zijn ooms en tantes en zeker ook door ons. Ik kan het toch steeds niet laten om leuke spulletjes mee te nemen die weer een volgende stap kunnen betekenen in zijn ondernemingsdrift.

En toch.
Hij bakt onzichtbare taarten, stuitert achter belletjes aan, raakt in opperste verrukking bij het verkrijgen van een serpentine en is het gelukkigst als hij buiten ieder pluizenbloempje mag uitblazen.
Eigenlijk heeft hij niet zoveel nodig.
Zolang hij maar gewoon mag ontdekken
Knuffelen en lachen
En zich af en toe vervelen
Is tijd nog steeds een kostbaar goed
En stoppen we de inflatie bij de knip van mijn portemonnee.


461 x gelezen, 0

reacties (0)