Een geheugen als een olifant.
Nu hield de goede man ook heel veel van olifanten, maar daarnaast vond mijn vader het prachtig om wetenswaardigheden uit zijn mouw te schudden alsof het niets was. Ook bij het lezen van zijn levensverhaal werd weer heel duidelijk dat hij erop geënt was om verhalen te onthouden.
Toen ik als klein meisje naar de dierentuin ging met mijn ouders, zette mijn vader me op de rand van het olifantenverblijf zodat ik even kon zitten.
Een grote olifant kwam naar de rand toe en bewoog zijn slurf naar mijn hoofd.
De menigte hapte naar adem. 'Haal dat kind daar weg! Hij doet haar iets aan!'
Mijn vader wist wel beter en glimlachte. 'Nee hoor, hij vindt haar gewoon lief.'
Voor de verbaasde ogen van het publiek begon de olifant mijn haar te strelen. Ik zag het niet, zat met mijn rug naar de olifanten toe. Ik herinner mij wel die trotse blik in mijn vaders ogen.
Die trots kwam steeds weer terug toen bleek dat ook ik dat olifantengeheugen had geërfd. Zonder problemen herhaalde ik hele conversaties die we maanden, jaren geleden gehad hadden en ik wist me dingetjes te herinneren van de gekste momenten. Laarsjes pakken van onder het aanrecht om naar het ziekenhuis te gaan, bijvoorbeeld. Maar het was zo gek stil op straat. Heel, heel stil.
Veel later ontdekte ik dat de reden voor die stilte de autoloze zondag was. Het was 1973, oliecrisis, en mijn broertje was net geboren in het ziekenhuis. We gingen op bezoek.
Dat bezoek herinner ik me niet.
Wel de laarsjes.
En de stilte.
Een selectief geheugen kan een zegen zijn. Al heel vroeg heb ik besloten dat ik alleen de leuke dingen de moeite waard vind om te onthouden en zo vind ik dus ook in mijn dagboeken alleen verhalen terug die niet zouden misstaan in Joop ter Heul.
Allemaal echt gebeurd, van dubbele regenbogen tot het mogen lenen van de schoolsleutel voor een feestje.
Slechts nare momenten eruit gefilterd.
Zo gebeurt het dat ik in mijn eerste jaar voor de klas een vraag krijg van een beledigde leerling: 'Juf, het is toch niet eerlijk dat wij alleen maar spreekbeurten moeten houden? Waarom doet u dat niet?'
Ik grijns en denk terug aan vele jaren eerder toen ik exact dezelfde vraag stelde aan mijn juf! Haar antwoord was briljant en ik herhaal het met een stille giechel: 'Wat denk je dat ik hier de hele dag sta te doen?'
Onverwoestbaar voel ik me door deze steun uit het verleden.
Deze week is er weer een van herinneringen. Op een taalcursus voor peuters vertelt de leidster dat het toch zo jammer is in dit digitale tijdperk dat foto's verstuurd worden zonder het achterliggende verhaal. Bijna vertel ik van mijn fotoverhaaltjes die ik begonnen ben voor mijn ouders toen mijn vader ongeneeslijk ziek bleek.
Ik stok.
Brok in mijn keel.
Ik vertel het niet. Ik ken deze mensen niet. Dit is mijn verborgen schat.
Dan lees ik vandaag over een dolgelukkige mama in een forumgroepje waar ik al jaren in meeschrijf. Ze heeft zoveel te verduren, veel zorgen over een ander kind. Maar dit nieuwe wondertje krijgt toch een plek in haar hart, met zoveel liefde dat ze zich niet kan voorstellen waar het allemaal vandaan komt.
Ook dat triggert iets in mij: ineens sta ik weer tussen de schuifdeuren op het Sweelinckplein. De Kerstboom is opgetuigd. Naast de boom staat mijn moeder en ik vraag haar hoe het nou kan dat ze van mij kan houden, van mijn broers en ook nog van papa!
Ze spreidt haar armen in een wijds gebaar: 'Omdat liefde oneindig is.'
Ik vind het prachtig.
De tijd spoelt vooruit en ik zit op haar bed in het verzorgingshuis, daags voor haar sterven. Ze is zo dankbaar me elke dag te zien en tot het laatst te kunnen praten over de dingen die ons gelukkig hebben gemaakt.
'Hoe is het mogelijk dat we het zo goed met elkaar kunnen vinden?' Peinst ze.
Ik heb het antwoord.
Dat antwoord houdt me al jaren warm: 'Omdat we oneindig veel van elkaar houden.'
Het cirkeltje is rond.

reacties (0)