Daar is dan na 41 weken het verloskundige woord: "We gaan je morgen inleiden."
Ik knik begrijpend en voel toch stiekem mijn hart een slag overslaan. Mijn man fronst, want wat betekent dat dan precies? Gelukkig hebben we een schat van een verloskundige die hem uitgebreid uit de doeken doet wat er gaat gebeuren, in welke volgorde, waar, wanneer en hoeveel risico er voor mij en ons hummeltje aan zit.
Alleen de uitkomst hoeft ze hem niet te vertellen. Die kent hij zelf ook en leeft daar al weken naar toe: een zoon; de kroon op 41 weken met plezier de buik zien groeien en beweging sterker te voelen worden.
Dan knikt ook hij en gaan we naar huis. We kijken nog een filmpje, eten een hapje en dan ga ik mijn weekendtas maar even herpakken naar een koffer, want ik heb nu waarschijnlijk wel wat extra spulletjes nodig.
Ik buk.
Mijn broek wordt warm.
Ik knipper met mijn ogen.
Er drupt iets op het tapijt.
Ik kijk op de klok.
Half 11 's avonds.
Je zal het toch ook net zien: hebben we de volgende ochtend vroeg een afspraak, breken mijn vliezen! Ach, het scheelt althans onheilig vroeg uit bed komen.
Ondanks alle verhalen die ik gelezen heb, is het vocht redelijk goed op te houden. Ik moet alleen niet bukken. Om het tapijt te sparen, loop ik rustig naar de badkamer en grijp een kraamverband. Als dat eenmaal goed in een schone onderbroek zit, pak ik de rest van de koffer in en loop naar beneden.
"Je gelooft het nooit, maar mijn vliezen zijn zojuist gebroken." Deel ik mijn lief mede.
Hij verschiet van kleur en rent naar boven om de koffer te halen. Ik ga nog maar even naar de wc, want het verband zit al vol. Jammer dat de kleur me niet bevalt. Even een belletje naar de verloskamer en ja, ik moest maar meteen komen, want de lichtbruine kleur is bepaald niet favoriet.
De taxi is er met 10 minuten, de braverds. Ik vind mezelf nog redelijk rustig klinken aan de telefoon, hoewel ik toch wel sta te trillen. Het gaat gebeuren!
In het ziekenhuis krijgen mijn lief en ik een eigen kamer. Er komt een extra bed bij zodat hij eventueel ook nog kan rusten.
Helaas komt er van rusten niet veel: zodra het hormoonpilletje is ingebracht, knallen de weeen er direct in. Heftige spasmen om de 5-10 minuten. Het geeft weinig tijd om weerstand op te bouwen en de vermoeidheid slaat dan ook snel toe.
Na een paar uur moet de verloskundige helaas concluderen dat het wel eens een lange zit zou kunnen worden, want de ontsluiting komt maar niet op gang. Dat is voor mij het teken om toch maar om een milde pijnstiller te vragen zodat ik althans even kan slapen voor de vervolgsessie.
Het uurtje slaap is zalig.
Jammer dat de pijnstiller zo snel uitwerkt en de contracties nu om de 3 minuten komen. Dat levert me welgeteld...even rekenen...3 minuten, 1 minuut opbouwende wee, 1 minuut hoogtepunt, 1 minuut rust....ja hoor, dat levert me 1 minuut rust op tussendoor.
Kan ik hebben, toch?
Ik staar naar imaginaire badkamertegeltjes -geel, er is iets rustgevends aan geel- en knijp mijn mans hand fijn. Zo brengen we aardig wat uurtjes door.
Na die uren is er nog geen 3 centimeter ontsluiting.
Oh joy.
De volgende paar uur werken de tegeltjes niet meer en besluit ik een mooie schelp in gedachten te bekijken tot in de kleinste details. Het helpt mijn liefs arme hand niet, maar ik zie althans kans om weer wat tijd te laten verdwijnen in de kronkels van mijn gedachtenschelp.
5 Centimeter.
Oei.
Nog tenminste 5 uur...
Nog even doorbijten.
En daar gaan we, vol overtuiging de volgende centimeters in!
Of niet?
Er gebeurt niets meer.
De schelp heeft reeds afgedaan. Ik zit al ruim in de fantasie dat ons manneke met zijn knuistjes op mijn buik ligt. De centimeters volgen dit mooie vooruitzicht niet.
Nog meer uren?
Hemeltje lief...nu kloppen mijn berekeningen niet meer en begin ik de moed een beetje te verliezen.
Een ruggenprik? Graag! Op dit moment neem ik de risico's voor lief. Bovendien werkt zo'n ruggenprik maar half en moet ik dus wel in staat zijn om verder de bevalling mee te maken.
Half werken.
Wauw, ik wist niet dat een prik dat zo letterlijk zou nemen: rechts voel ik me nu prima. Links krimp ik helaas nog steeds van de pijn.
De anasthesist snapt er niets van. Tweemaal wordt er opgespoten. Tweemaal trekken ze het slangetje terug en doen een nieuwe poging. Het mag niet baten: links gebeurt er helemaal niets.
Net zoals bij de ontsluiting trouwens.
Zucht.
Mijn ogen heb ik al uren niet meer open gedaan. Aan mijn oren mankeert echter niets: er ontstaat lichte paniek als mijn bloeddruk plots door het dak gaat. Onmiddellijk wordt er bloed afgenomen en ja hoor: afwijkende waardes. We gaan richting zwangerschapsvergiftiging.
Tuurlijk, dat kon er ook nog wel bij.
Mijn man houdt zich enorm sterk. Ik hoor de emoties in zijn stem terwijl hij de opties bespreekt en eist dat de dokters zich niet alleen bezig houden met het welzijn van onze hummel -die het nog steeds uitstekend doet- maar ook met mij!
Dat is het moment dat ik het allemaal zat ben. De pijn is niet aflatend en erger nog: niet effectief, want er gebeurt hoegenaamd niets. Mijn man is in opperste paniek en blijkbaar lig ik hier heel erg ziek te worden. Daar
gaat mijn ' ik ben niet gewond, ik lig alleen maar te bevallen' mantra.
"Doe in godsnaam die keizersnee!" Puf ik.
Het blijft even stil.
Gelukkig halen ze het niet in hun hoofd om me op risico's te wijzen. Blijkbaar is de situatie ernstig genoeg. De dokter neemt direct contact op met de operatiekamer en huppa, daar gaan we.
Vanaf dat moment gaat alles van een leien dakje: de operatieve ruggenprik werkt wel. Oh, de opluchting! Even kunnen ademhalen na 19 uur pijn!
De druk voel ik wel nog steeds, maar die is eigenlijk alleen maar grappig. Ik voel me een grabbelton als ze bezig zijn ons hummeltje eruit te vissen. Tijd heeft geen betekenis meer. Mijn ogen blijven gesloten. Ik voel mijn mans hand op mijn hoofd en hoor plots een zacht gegorgel, gevolgd door een mooie kreet.
Het is half zeven 's avonds.
"Ah mooi, daar istie." Bedenk ik me nog voordat mijn beide mannen worden afgevoerd naar een andere kamer zodat ik gehecht kan worden. Schuldig voelen is niet aan de orde. Trauma's ken ik niet. Opluchting is het enige wat ik kan voelen. Ik weet dat alles nu in orde komt en dat is genoeg.
Mijn zoon heeft zojuist zijn eerste teug genomen.
Mijn man kan weer opgelucht adem halen.
Keizersnede of niet, ik voel me de koning te rijk.
reacties (0)