Ik heb nu een paar keer geschreven over mijn zoon en waar we bij hem tegenaan lopen. Dit keer een stukje over mijn dochter, die vermoedelijk ook hoogbegaafd is, maar die daar heel anders mee omgaat dan mijn zoon.
Vandaag heb ik voor mijn kinderen een biebpasje aangevraagd. We werden geholpen door een hele lieve man die duidelijk graag met kinderen omgaat. Eerst was mijn zoon aan de beurt. Toen het pasje klaar was, gaf hij die aan mijn zoon en vroeg hem of hij daar zelf zijn voor- en achternaam op kon schrijven. Toen hij begon met de vraag, was mijn zoon meteen enthousiast, maar gaandeweg de zin, betrok zijn gezicht. Ik zag hem denken: Oei, mijn achternaam schrijven, dat doe ik eigenlijk nooit. Wat als ik een fout maak?'' Verlegen schudde hij nee. Dus schreef ik zijn naam.
Toen was mijn dochter aan de beurt. Ze begon al te vertellen 'Ik heb eigenlijk twee voornamen!' UiteraaZe werd geregistreerd onder de naam die we gebruiken. Toen vertelde ze verder, dat ze nog niet alle letters kan lezen, maar al wel een aantal. De bibliothecaris keek naar haar geboortedatum, stelde vast dat ze bijna 5 was en zei haar dat dat helemaal niet erg was. Het was heel normaal dat kindjes van haar leeftijd hooguit een paar letters kunnen herkennen. Lezen kwam volgend jaar wel, in groep 3.
Mijn dochter nam daar duidelijk geen genoegen mee. 'Ik kan al wel een beetje lezen, hoor! Ik kan korte woordjes lezen, maar nog niet hele lange.'
Mijn zoon viel haar bij 'Ze is aan het oefenen met míjn leesbladen. Die van groep 3 dus.'
De man keek me aan alsof ik een slechte moeder was, zo één die haar kinderen teveel pushte. Ik haalde mijn schouders op. 'Tja, ze is gewoon een snelle.'
De bibliothecaris maakte het pasje af en schoof het mijn richting op. Razendsnel schoof mijn dochter het pasje en de pen naar zich toe en op de plaats die de man eerder aan mijn zoon aangewezen had, begon ze te schrijven. Ze kan haar achternaam nog niet schrijven, maar in tegensteling tot mijn zoon, die bezwijkt onder enige druk, interesseert haar dat niet. Trots schreef ze aandachtig haar voornaam op. Toen gaf ze het pasje en de pen aan mij voor de achternaam. De man was in ieder geval een beetje onder de indruk.
Nee, ik push mijn dochter niet. Ze was net 4 toen we met mijn zoon, toen in groep 3, drie-letterwoorden aan het oefenen waren en zij ineens antwoord gaf. Wij stonden versteld. Ik heb nog een paar woorden aan haar gevraagd, omdat ik niet kon geloven dat ze dat al kon, maar stuk voor stuk had ze die goed. Dat hebben wij niet gepusht, dat was er ineens. Pushen werkt niet. Mijn zoon was ruim 5 toen het kwartje viel dat de letters k-i- p samen het woord 'kip' vormen. Eerder kon hij net zo hard 'lepel' roepen. Als ze er niet klaar voor zijn, lukt het gewoon niet. en bij haar lukte het toen ze net 4 was.
Mijn zoon wordt bang zodra hij ook maar iets van uitdaging tegenkomt. Dan raakt hij in paniek, gaat hij vol op de rem en doet hij liever helemaal niet mee dan dat hij iets probeert. Mijn dochter daarentegen, is een strevertje. Misschien helpt het dat ze een grote broer boven zich heeft, tegen wie ze enorm opkijkt en met wie ze de competitie aangaat, of misschien is ze gewoon net als ik en laat ze graag zien wat ze kan. Zij is minder bang om te falen. Zij probeert gewoon en zij ziet wel hoe ver ze komt. Zij vraagt om leesbladen, vraagt mij haar alsjeblieft letters te leren want ze wil zo graag kunnen lezen. Zij raakt niet zo in paniek of gefrustreerd als ze een oefening fout heeft, zij vindt dat niet zo erg. Zij haalt haar schouders op, denkt 'volgende keer beter' en gaat gewoon verder.
Er is niet één manier waarop (hoog)begaafdheid zich uit. Niet alle (hoog)begaafde kinderen ontwikkelen faalangst en niet alle (hoog)begaafde kinderen lopen vast op school. Ik liep ook niet vast. Toch vermoed ik dat ik ook hoogbegaafd ben.
reacties (10)