Ik heb de stomme gewoonte om, als ik ergens binnenstap, eerst in de rondte te kijken of nergens spinnen zie hangen. Zo dus ook toen ik vanmorgen de badkamer inliep om te gaan douchen... en ineens zette dat mij aan het denken. Mijn panische angst voor spinnen en ander ongedierte met teveel pootjes heb ik van mijn moeder, en ik denk ergens dat dat toch grotendeels aangeleerd of afgekeken is. Hoe dan ook, het is er, en het is af en toe knap lastig.
Mocht ik ergens anders tegen zoiets aanlopen, dan is er meestal wel iemand in de buurt om mij te redden... maar als ik thuis een achtpotig monster zie rondkruipen, dan vlucht ik dus mijn huis uit... ga op de stoep zitten tot ik een toevallige voorbijganger vind die dapper genoeg is om het beest voor mij de deur uit te werken... of het raam uit, mag ook, maar dood maken vind ik dan weer zielig.
Maar hoe moet dat als ik straks kindjes heb? Ik zie mezelf toch echt niet straks met 2 kids onder mijn arm de trap af rennen om op de stoep te gaan zitten wachten tot er een held voorbij komt die ons wil verlossen van een klein beestje wat eigenlijk helemaal geen kwaad doet. Ja, want dat weet ik ergens heus wel... maar al die pootjes...brrrr.. Ik zit dit gewoon te schrijven met kippenvel in mijn nek.
Belangrijker is nog dat er al genoeg spannende dingen zijn in het leven, en ik mijn kindjes dus straks niet wil opzadelen met dit soort onzinnige fobieën. Maar dat houdt wel in dat mama straks zelf het goede voorbeeld moet geven!!!
Nu weet ik dat er insectenvangers bestaan aan een vrij lange steel (hahaha, dan hoef ik dus niet ál te dichtbij), en heb besloten daar maar eens naar op zoek te gaan.
Maar dan... moet ik nog dapper genoeg worden om het ding ook te gebruiken als er weer "iets engs" door mijn huis kruipt, in plaats van gillend naar buiten te rennen. Gelukkig heb ik hier niet veel last van enge beesten, maar in geval van gezinsuitbreiding zal ik toch op zoek moeten naar een grotere woning, en daar kan het straks heel anders zijn, vooral als ik het geluk zou hebben iets te kunnen vinden met een tuin.
Lekkere uitdaging dus, maar goed, ik heb in mijn leven al zoveel angsten overwonnen dat ik er alle vertrouwen in heb dat dit me uiteindelijk ook gaat lukken.
Toen ik net uit de vrouwenopvang kwam, en er belde iemand aan hier... dan stond mijn lieve Saar meteen grommend voor de deur, en ik erachter met een bus pepperspray in de aanslag. Oké, er is wat traumatherapie voor nodig geweest, en ik blijf natuurlijk voorzichtig (ik wil wel altijd eerst weten wie er voor mijn deur staat en waarom)... maar de pepperspray blijft in het laatje in de gang liggen. Wel binnen handbereik dus, maar mijn angst om iemand (en dan vooral mannen) binnen te laten, daar heb ik mij gelukkig overheen kunnen zetten. Gelukkig wel, want af en toe moet toch de CV nagekeken worden, of dat soort dingen. Met een beetje voorzichtigheid is niks mis, maar wantrouwen in alles en iedereen, of zelfs angst... dat wil ik mijn kids toch echt niet meegeven. Zij zullen op hun beurt zelf moeten ondervinden wie ze wel en niet kunnen vertrouwen, en ik kan ze daar alleen maar in steunen als ze teleurgesteld worden. Maar daardoor leren ze wel voor zichzelf opkomen. Ik ben zelf heel beschermd opgevoed, en leer dat eigenlijk allemaal nu pas. En ook hier geldt dat ik straks zelf het goede voorbeeld zal moeten geven.
Ook heb ik hoogtevrees, maar toen ik 2 jaar geleden de kans kreeg om te tokkelen ben ik wel naar boven gegaan. Ik weet niet meer hoeveel verdiepingen dat gebouw telde, maar het was toen het hoogste gebouw van de universiteit van Enschede, en ik meen mij te herinneren dat het een sprong vanaf 63 meter hoogte was. Lijkbleek en kokhalzend van angst heb ik mij in dat tuig gehezen. Waarom doe ik mijzelf dit aan???
Er waren al meer mensen op de railing van het dak geklommen om er vervolgens achteruit weer af te klauteren omdat ze toch niet durfden, en iedereen dacht dat ik het niet eens zou halen tot bovenop de railing. Maar ik heb er gestaan... gezeten... weer gestaan... trillend over mijn hele lijf.
En uiteindelijk nam ik toch die stap naar voren, de diepte in. Omdat de lijn waar je aan hangt niet helemaal strak gespannen staat heb je eerst een soort "vrije val" van een paar meter.
Ik heb gegild... nee GEGILD, dat ik er 3 dagen later nog schor van was. Maar voor ik het wist stond ik veilig beneden, huilend... dat wel, maar wat was ik trots op mij.
Dat wil niet zeggen dat ik nu vooraan zou gaan staan bij de bungeejump hier op de pier, maar ik sta nu niet meer trillend op mijn benen op een stoel als ik ergens hoog bij moet zijn. Zo'n stoel is niks vergeleken met die 63 meter. Mijn kids zullen dus nooit van mij leren dat hoog eng is (als ze zich in godsnaam maar goed vasthouden bovenin dat klimrek)!!!
En dan nu dus mijn volgende uitdaging...de insectenvanger.
Dan kan ik straks mijn kids gewoon vertellen dat spinnen er zijn om de muggen voor ons te vangen, en dat het zielig is om ze dood te maken. Dat ze niet in huis horen, maar dat ze buiten in de struiken veel gelukkiger zijn. En we willen toch natuurlijk dat die spin net zo gelukkig is als wij? En mochten ze dan vragen waarom ik het monster niet met mijn handen pak... dan zeg ik wel dat ik niet tegen kietelen kan, en al die pootjes kriebelen zo!
Hahaha, waar je al niet over na kunt denken soms :)
reacties (0)