(een blogje van begin juni...)
Mijn lief en ik hebben de wat twijfelachtige eer ons huis te delen met een streng orthodox flesweigeraartje. Sinds Keizerin Isabel in de gaten heeft dat ze kan kiezen of ze ergens op zuigt of niet, heeft ze een overduidelijke voorkeur voor The Real Thing ontwikkeld. Waar ze de eerste acht weken van haar leven de inhoud van haar dagelijkse flesje met smaak, zonder problemen en in sneltreinvaart wegklokte, begon ze zich daarna van de ene op de andere dag tegen het plastic geval te verzetten. En wel steeds heviger. Probeerde ze de speen eerst alleen nog fanatiek met haar tong uit haar mondje te wurmen terwijl ze vieze gezichten trok, later zette ze het gewoon meteen op een oorverdovend krijsen als de fles alleen al in haar búúrt kwam.
In de hoop dat het een fase zou zijn, hebben we het na een paar weken flesdrama maar even losgelaten. Wat we ook probeerden (Tommee Tippee, Difrax, Medela, Avent, mamma de deur uit, de fles geven op een onverwachte plek, door een onbekende, lopend, zittend, halfslapend, melk wat warmer, melk wat kouder, speen verwarmd, wachten tot ze honger heeft, wachten tot ze geen honger meer heeft, ’s avonds fles geven, ’s ochtends fles geven, fles omwikkelen met zilverfolie, foppen door de borst aan te bieden en dan snel te verwisselen door de fles, etc etc etc), het was steeds hetzelfde liedje: zodra mevrouw zich bewust wordt van het feit dat ze een stuk plastic in haar mondje heeft, trekt ze een gezicht alsof ze in een citroen heeft gebeten en draait ze zéér verontwaardigd haar hoofdje weg. In het meest gunstige geval.
Na een flesloze week of twee (wat een rust!) besloten we het maar weer eens te proberen. Het resultaat: een baby die niet meer protesteerde tegen de fles en de speen zelfs nieuwsgierig in haar mondje toeliet. De keerzijde: ze leek ook geen flauw idee meer te hebben wat ze er vervolgens mee moest doen. Driftig kauwend kreeg ze er zo nu en dan een druppeltje melk uit en dat was natuurlijk wel erg veel werk voor zo’n minuscule beloning.
Dit alles geeft natuurlijk ook wat praktische problemen. Ik noem er één: WERK. En dan in het bijzonder buitenshuis. Ja, natuurlijk weet ik best dat de meeste baby’s de fles vroeg of laat wel accepteren als ze gewoon niets anders aangeboden krijgen…maar o wat lijkt me dat erg…zo’n klein meisje dat misschien best wel wil, maar gewoon niet snapt hoe! Gelukkig heeft het zo zijn voordelen om een eigen bedrijfje te hebben: zo lukte het me om de eerste tijd vanuit huis te blijven werken. Een luxe natuurlijk, waar je ook nog eens erg creatief van wordt: het is best een uitdaging om tijdens de slaapjes van je kindje net zoveel voor elkaar te krijgen als op een normale werkdag.
Ik weet dat het niet eeuwig kan duren, er zal een moment komen dat ik voor mijn opdrachten de deur weer uit moet. En ik weet ook al wanneer: over een maand moet ik in één week drie keer een hele dag weg… Gaat het ons lukken om Isabel voor die tijd aan de fles te krijgen? Op dit moment lijkt dat één grote illusie…
reacties (0)