Ik lig op mijn bed. Het is 11 uur ’s ochtends op een maandagmorgen – maar hé, ik heb een miskraam gehad, ik ben zielig, dus ik mag nu even alles. Bergen chocola eten bijvoorbeeld, onder werktijd uren in een warm bad liggen, in de zon in de tuin hangen, het huis laten verslonzen, de voortdurend rinkelende telefoon negeren en superonredelijke eisen stellen aan mijn vriend – een beetje zoals het was toen ik nog zwanger was ja, precies.
Ik voel de wanhoop in me opstijgen. Vanuit mijn buik, door mijn longen naar mijn keel en mijn hoofd. Hoe krijg ik het nou OOIT voor elkaar om op een gezonde manier zwanger te zijn – en vooral te
blijven? Hoe doen al die andere vrouwen dat in godsnaam? Die vrouwen die voor de lol naar de verloskundige gaan, hun bezoek aan de gynaecoloog als een aangenaam uitje zien en op hun Facebook-pagina roepen: “Jaaaaa!!! Vanmiddag lekker weer een echo!” En zich daar dan ook daadwerkelijk intens op
verheugen. Ik ben echt ontzettend jaloers; en dan vooral op de terecht onbezorgde vrouwen die nooit geconfronteerd zullen worden met het drama van een niet meer kloppend hartje.
Ik besluit het universum om hulp te vragen en ga er even goed voor liggen. “Vertel me alstublieft wat ik kan doen om de volgende keer wél een goede zwangerschap te hebben…geef me alstublieft een teken,” bid ik in gedachten. Ik ben nogal een bid-nitwit en heb geen flauw idee of ik het goed doe zo, maar het lijkt me toch op zijn minst het proberen waard. Met mijn ogen gesloten wacht ik geduldig, ik wil ze daarboven toch ook wel even de tijd geven om een passend antwoord voor me te vinden. Mijn hoofd wordt stil en mijn besef van tijd en ruimte verdwijnt – tót in de kamer naast me mijn telefoon als een gek begint te piepen: een sms-bericht! Ik schrik me helemaal suf en ben totaal uit mijn transcendente zenmeditatie-yoga-zweef-modus. Geërgerd probeer ik me weer te concentreren, met die telefoon deal ik later wel. “Geef me een teken”, probeer ik weer. Maar ieder signaal blijft uit. Blijkbaar moet ik het toch echt helemaal zelf uitzoeken, concludeer ik zielig.
Als ik mezelf weer bijeengeraapt heb en weer achter mijn laptop zit – dat boek moet toch echt een keer af – herinner ik me mijn telefoon, en haastig druk ik op de knop. Om vervolgens stomverbaasd een minuut of vijf naar het schermpje te staren, en daarna in lachen uit te barsten.
Het universum gaat kennelijk met zijn tijd mee.
Het sms-bericht komt van mijn paranormaal begaafde oom – en dit verzin ik niet:
Je hoeft je geen zorgen te maken. Het komt echt goed. Wel kan ik je aanraden om 4x een cyclus te wachten, er zijn wat verstoringen die je lichaam moet opruimen.Hoe concreet wil je je teken hebben? Dankbaar werp ik door het raam een blik op de blauwe lucht.
Ik ben zo overdonderd door de samenloop van dit alles dat het even duurt voor ik helemaal besef wat er nu werkelijk in het bericht staat. Eh...wacht even...zei hij nou echt VIER keer een cyclus?! Dan is het zo ongeveer JULI!!! Langzaam dringt tot me door wat een onmenselijk lange periode dat is, en weet ineens niet meer zo goed of ik wel zo blij ben met deze boodschap. Sterker nog: ik wil niets liever dan doen alsof ik haar nooit gezien heb! Vier rondes wachten?! Ik WIL helemaal niet wachten! Ik wil NU een kind!!! Helemaal in de war barst ik los in een ordinaire jankbui waar de peuter van de buren nog wat van kan leren.
Als mijn vriend later thuiskomt ben ik gekalmeerd en heb ik het idee van een baby-time-out op me in laten werken. En tot mijn eigen verbazing blijk ik een soort onverklaarbare rust te voelen bij de gedachte eraan. Als ook mijn vriend een onvervalste zucht van verlichting slaakt weet ik wat ons te doen staat…Een paar maanden op adem komen, en dan in de zomer er weer helemaal voor gaan met hernieuwde energie en hopelijk nieuw vertrouwen. Nu eerst de gecreëerde obsessie afbouwen en nieuwe doelen vinden (welke dan?). Weer voldoening leren halen uit andere dingen, die ook leuk en belangrijk zijn (zeggen ze). Het onbezorgde weer terugbrengen in onze relatie. Plannen maken die niets met baby’s te maken hebben, maar alles met ons tweeën.
En natuurlijk een hele lading rubbertjes inslaan... ;-)
reacties (0)