Uit een film. Een koppel gaat naar de relatietherapeut. Uiteraard door de vrouw aangedragen. ‘Ja, het is écht goed voor ons als we een keer met zo iemand gaan praten.’ Ze doet het vooral voor hem. Hij praat immers niet. Er moet bij hem nodig wat veranderen. De man doet mokkend mee. Alleen maar omdat hij anders ruzie krijgt met zijn vrouw. De vrouw vermoedt echter de plottwist niet…
Cliché, maar zo ging het ongeveer wel. Met als bonus dat de verpleegster van het ziekenhuis zei dat het goed was dat we samen zouden gaan praten, omdat het ons beiden betrof. Ik voelde mezelf de afgelopen tijd steeds verder wegzakken. Hoe kom je die dagen door? ’s Ochtends naar het ziekenhuis, even vijf minuten echo..’Oh nee, niet helemaal zoals we het verwacht hadden’. Weer door naar bloedprikken en vervolgens naar het werk. Daar word ik gebeld, anoniem, dus ik moet ergens in de middag bereikbaar zijn. Ik ga van afspraak naar afspraak. Ondertussen galmt het na in mijn hoofd ‘Oh nee, niet zoals we verwacht hadden’.
De veerkracht was op. Het lukte me niet meer. Ik meldde me ziek op het werk. Meteen die ochtend hoorde ik ook dat ons traject niet slaagde. Het lijf reageerde niet goed. Het deed niet wat ervan verwacht werd. Moe. Op.
Dus tijd voor versterking aan het front. In de wachtkamer merkte ik zijn nervositeit. Al bladerend in een tijdschrift: ‘Vroeger moest ik op school weleens praten met zo’n schoolpsycholoog. Ik heb van die tekeningen moeten maken. Ik maakte ze expres verkeerd.’
Mijn man, een stille, een binnenvetter. Ik neem hem niet voor niets mee. Hij moet immers gaan praten. We kunnen moeilijk praten over dit onderwerp. Ik weet simpelweg niet hoe. ‘Ik heb last van m’n lijf, ik ben verdrietig en ik baal ervan dat het niet gelukt is.’ Wat kun je op een gegeven moment nog meer zeggen? Als het me echt diep raakt, heb ik op een gegeven moment ook geen woorden meer. Ik kan er niet meer bijkomen. Ik heb dan rake vragen terug nodig, maar ontvang dan niets. Hoogstens een ‘ah ja, vervelend’.
Binnen ontmoeten we een ferme tante. Ze vertelt dit al jaren te doen. Ze is erg invullend (zegt ze zelf) en directief. Mocht het niet passen. Dan snapt ze dat. Oef, oke, niet zoals ik van coaches gewend ben, denk ik bij mezelf.
Al snel hebben we het over het werk en de worstelingen daarin. Ook neemt ze mijn verleden met coaching onder de loep. ‘Je zal besluiten moeten gaan maken in je werk om jezelf rust te gaan geven en stop maar met werken aan jezelf.’ ‘Je bent nu toch wel uitgewerkt aan jezelf? Je wilt niet weten hoeveel energie dat kost’. Duidelijk. Geen weg eromheen mogelijk.
Na een uur stonden we buiten. Het stoom kwam nog net niet uit m’n oren. Ik gaf mezelf daar en vertelde over mijn issues, m’n achtergrond etc. Mijn man hield grotendeels zijn mond tijdens het uur. Genoeg te vertellen ook over zijn leven, maar nee. Op veilige afstand.
Het voelde voor mij alsof ik aangepakt werd. Waarom ik? Hij praat niet! Hij moet aangepakt worden. Ik probeer van alles. Ik baalde er zelfs van dat ik me zo in de kaarten had laten kijken.
Het schuurde, het confronteerde.
Ik had gehoopt dat ze zijn plekken had weten te raken, maar het tegenovergestelde gebeurde, ironisch genoeg.
reacties (15)