Voor je gevoel ging de zindelijkheid op het potje net lekker, tot het toilet in beeld kwam. Ineens is er spanning, uitstel of weerstand. Dat is heel normaal. Kinderbekkenfysiotherapeut Steffie Schoenmakers laat zien hoe je deze fase ontspannen benadert.
"De overstap van potje naar wc vraagt tijd,” vertelt ze. “Het helpt enorm als de wc eerst een plek mag zijn waar niets hoeft.”
Zindelijkheid
Zindelijk worden verloopt bij de meeste kinderen in fases. Vaak begint dat op het potje, een kleine en overzichtelijke plek waar een kind met de voeten op de grond kan zitten en zelf de controle ervaart. Dat voelt veilig en vertrouwd. De overstap naar de wc komt meestal pas later en is geen vanzelfsprekende volgende stap. Het toilet is hoger, groter en maakt geluid en dat vraagt opnieuw wennen. Dat een kind op het potje al zindelijk is, betekent dus niet dat het meteen toe is aan de wc. Juist die tussenfase hoort bij een gezonde zindelijkheidsontwikkeling.
Eerst leren kennen, dan pas gebruiken
Volgens Schoenmakers begint alles bij vertrouwd raken. “Ga samen naar de wc zonder verwachting. Laat je kind meekijken als jij plast of ga gewoon samen even zitten.” Zelfs met de kleren aan op de wc zitten is een prima eerste stap. “Sommige kinderen vinden het al leuk om alleen door te trekken en weer op te staan. Dat is ook oefenen.”
Door de spanning stap voor stap af te bouwen, wordt de wc minder groot en minder eng. “Als de druk weg is, durven kinderen veel sneller.”
Veilig zitten maakt ontspannen
Een goede houding maakt echt verschil. “Een wc-verkleiner en een krukje onder de voeten geven kinderen steun en stabiliteit,” legt ze uit. “Als de voeten plat kunnen steunen en de knieën iets hoger zijn dan de billen, kunnen de spieren beter ontspannen.” En ontspannen spieren helpen bij het plassen. Zonder die steun voelen kinderen zich vaak wiebelig. “Dan spannen ze automatisch aan en dat werkt juist tegen.”
Neem de tijd en laat los
Haast is de grootste spelbreker. “Rustig zitten zonder druk is belangrijk,” zegt Schoenmakers. Samen een boekje lezen, een liedje neuriën of zachtjes uitblazen kan helpen. “Persen is niet nodig en liever zelfs niet. Plassen gaat beter als het lichaam mag loslaten.” Maak het moment voorspelbaar door vaste wc-momenten te kiezen. Bijvoorbeeld na het opstaan of voor het slapengaan. “Ook als er geen plas komt, is dat helemaal oké. Het gaat om wennen en oefenen.”
Proberen is al een succes
Complimenten werken het best als ze niet alleen over het resultaat gaan. “Geef positieve aandacht voor het proberen,” benadrukt de kinderbekkenfysiotherapeut. “Ongelukjes horen erbij en zeggen niets over falen.” Soms helpt een tussenfase. “Het is prima als potje en wc een tijdje naast elkaar bestaan. Het belangrijkste is dat je kind plast en poept. Waar dat gebeurt, is op dat moment minder belangrijk.”
Wanneer extra hulp fijn kan zijn
Blijft de overstap lastig, is je kind angstig of houdt het vaak de plas op, dan is het slim om verder te kijken. “Begeleiding door een kinderbekkenfysiotherapeut kan dan echt helpen,” zegt ze. “Samen kijken we wat een kind nodig heeft om weer ontspannen naar de wc te gaan.” Met geduld, vertrouwen en een beetje creativiteit groeit je kind vanzelf toe naar het toilet.
Wil jij graag jouw verhaal over je bevalling, baby, vruchtbaarheidstraject of iets anders delen op BabyBytes? Dat kan via dit formulier. Wie weet staat jouw verhaal binnenkort (anoniem) op de site!
Demi Schoenmakers is moeder en online redacteur voor onder andere BabyBytes, Libelle en Women's Health. Met een scherp oog en een luisterend oor zoekt ze naar verhalen die de lezer prikkelen. Of het nu gaat om gezondheid, lifestyle of opvoeding; ze probeert haar artikelen op een toegankelijke en boeiende manier over te brengen.
Reageer op dit artikel
reacties (0)