Boos worden op een kind van 6 maanden heeft geen enkele zin. Dat lees je op iedere website over baby's en dat hoor je van iedere ouder. Een kind van 6 maanden begrijpt immers nog niet wat het verkeerd doet en kan iets dus niet afleren omdat jij boos op hem wordt. Dat laatste is zeker waar. Slecht gedrag bestraffen zorgt niet voor verbetering op langere termijn op deze leeftijd. Het negeren en goed gedrag belonen door enthousiaste aandacht in hoge tonen te geven werkt veel beter. En toch merk ik dat A. wel degelijk iets doorheeft wanneer ik boos of verdrietig ben. Iknmerk het aan hoe hij me aankijkt, met die ogen die zeggen 'hier is iets anders dan normaal, maar wat is er dan?'
Deze mama is geen supermama. Deze mama is ook maar een mens, een vrouw welteverstaan. En deze mama zit alweer in haar normale menstruele cyclus sinds A. 5 weken is. Ik was wat laat met de nuvaring verwijderen, anders was het al in volle gloed doorgebroken, maar dat het er weer aan komt voor deze maand had ik twee dagen geleden al door. Deze keer geen enorme zin in chocolade. Nee, deze keer ruilde ik het in voor opruimwoede. Die drang om alles netjes en aan de kant te hebben komt slechts twee-drie keer per jaar en dat is de enige tijd dat ik daadwerkelijk plezier beleef aan het huishouden. En nu, aan de vooravond van de grote doorbraak zorgen mijn hormonen voor een roller coaster wat humeur betreft. Ben ik het ene moment aan het genieten van het eten, struikel ik het volgende moment over een stoel die in de weg staat en Bam! Rothumeur! 'Die Kl*te stoelen! Had je die niet kunnen aanschuiven?! En waarom ligt het speelgoed van A. in hemelsnaam nog overal verspreid? Kun je niet even opruimen als hij op bed ligt? Zou fijn zijn eens in een opgeruimd huis thuis te komen in plaats van altijd maar die kl*rezooi! En waarom wonen we nog niet in een groter huis?!' Onredelijk? Achteraf wel ja.
Mijn man laat me razen en gaat braaf de stoelen aan de kant schuiven, in een poging mij te behagen. Hij weet meteen hoe laat het is. Ik neem A. uit zijn stoel en ga mokkend met hem op de bank zitten. Hij mekkert als ik hem neer leg om even een kussen recht te trekken. Drie-en-een-halve week per maand zeg ik dan 'Ik pak je zo op jongen, even geduld. Even mijn kussen goed leggen zodat ik lekker met je kan zitten.' Vandaag niet. Vandaag zeg ik geërgerd: 'Ja, jank er maar om!' A. maakt het niets uit. Ik pak hem op en hij is stil.
Even later geef ik hem eten. Iedere moeder weet dat een baby voeren nou niet de meest efficiënte taak is. A. eet best goed door, maar vandaag heb ik geen geduld. Waarschijnlijk ligt het aan mij, maar het voeren lijkt een eeuwigheid te duren en ik word ongeduldig. Wil hij niet meer ofzo? Het is een gewone dosis. 'Zit nou eens stil!' Mijn baby heeft er een hobby van gemaakt zich flink van voren naar achteren te gooien in zijn stoeltje. Zo kan ik hem geen eten geven. Het lepeltje komt overal waar het niet hoort te zijn en mocht het per ongeluk wel op de juiste plek komen zie ik al voor me dat het net zo per ongeluk ver achter in zijn keel schiet doordat hij met een rotgang naar voren wipt. Hij kijkt me verbaasd aan op mijn vermaning en ik krijg er zowaar drie hapjes in voordat hij weer afgeleid is. Ik doe echt mijn best geduld op te brengen, maar op een gegeven moment ben ik het zat, gooi ik het lepeltje neer en roep ik naar mijn man 'Ik doe het niet meer! Als hij niet meewerkt...!' Boos loop ik weg van de tafel de gang op. Als ik afgekoeld ben kom ik terug en wat zie ik? Mijn man heeft mijn taak overgenomen -waarschijnlijk wederom in een poging lief te zijn voor mij- en mijn zoon hapt net het laatate hapje weg. 'Alles op!' zegt mijn man. 'Mooi.' antwoord ik en ik pak een doek om A. Zijn mond af te vegen. Ik ben al bijna klaar wanneer ik me een keer bedenk dat we dit altijd spelend doen omdat hij dat anders niet leuk vindt. Ik doe nog een halfbakken poging de laatste vegen spelend te maken, maar helaas, hij heeft er al geen zin meer in en duwt boos de doek weg.
Bedtijd. Schone luier, pyamabroekje aan. Hij krijgt een speeltje wat altijd bij de commode ligt om zichzelf bezig te houden want hij vindt er niet veel aan, dat ritueel. Maar hij is nu wel heel enthousiast. Hij slaat alle kanten op met het speeltje en spartelt zo hard met zijn benen dat ik de luier niet eens dicht krijg. En dan moet dadelijk die broek ook nog aan. 'Hé!' bijt ik hem toe als zijn speeltje me hard raakt. 'Nou is het genoeg!' En ik houd een armpje en beentje vast terwijl ik mijn zoon streng aan kijk. Hij kijkt terug met grote ogen en legt zijn benen slap neer. Dan verschijnt er een bescheiden lachje op zijn gezicht. Hij heeft prima door dat hij nu even lief moet zijn. En hij weet volgens mij ook dat als hij lacht, ik niet lang boos kan blijven. Ik houd het nog precies twee seconden vol om streng te kijken en dan zucht ik en ga ik verder met de luier.
Hij is een baby, volkomen onschuldig. Hij kan er niets aan doen dat mama's hormonen zijn normaal best geduldige moeder veranderen in een mama die niets kan hebben en om het minste of geringste boos wordt. Het is iets waar ik me bewust van ben, maar altijd achteraf, net als het te laat is en mijn humeur al compleet is omgeslagen. Het zal één van mama's fouten zijn waarmee hij zal moeten leren leven. Twee dagen van de achtentwintig is mama simpelweg niet zo lief. Ik voel me schuldig om mijn gedrag, naar hem toe en naar mijn man. In een poging het goed te maken naar A. toe, wat net zo min werkt als straffen bij een baby van zes maanden, zing ik een extra lang liedje voordat ik hem in bed leg. Eenmaal terug in de woonkamer geef ik mijn man een kus. 'Ik hou van je.' Zeg ik. 'Ik hou van jou.' antwoordt hij, terwijl ik dat vandaag helemaal niet verdien. 'Sorry voor mijn humeur daarstraks.' Zeg ik hem. 'En alvast sorry voor mijn humeur van morgen.' Want morgen is dag twee van de roller coaster. Gelukkig is ook morgen een werkdag. Hebben mijn man en zoon overdag ten minste rust.
reacties (0)