“Nog vier dagen…” hoor ik mezelf fluisteren.
“Ik vind het zo spannend…” klinkt het zacht naast me.
Ik knik, vergetend dat mijn vriend dat onmogelijk kan zien in de duisternis van onze slaapkamer. Ik zou moeten kunnen slapen, ik ben zo ontzettend moe – maar in plaats daarvan grijpen mijn gedachten vannacht iedere gelegenheid aan om verstrikt te raken in een eindeloos gepieker. En nu Het Moment Van De Waarheid (a.k.a. De Twaalf Weken Echo) steeds dichterbij komt, weet ik me steeds minder goed te verzetten. Hoewel het me de eerste 10 weken vrij goed gelukt is om rustig en positief te blijven, val ik nu soms ineens in een soort put van angst, waarin ik de ergste (helaas regelmatig op echte herinneringen gebaseerde) rampscenario’s voorbij zie suizen. Alsof ik vastgesnoerd zit in een stoel, met luciferstokjes tussen mijn oogleden: ik wil niet kijken, maar móet. Ik help mezelf daar natuurlijk niet bepaald mee. En op het moment dat ik dat besef, ontsnap ik. Het enige dat op zo'n moment helpt, is afleiding zoeken. Met een zucht knip ik het lampje op mijn nachtkastje aan, en sla mijn boek open.
Nu moet ik erbij zeggen dat ik niet echt reden heb om te denken dat het niet goed zit. Ik heb met 8 ½ week een droomecho gehad, waaruit niet alleen bleek dat er een echte baby op de goede plaats in mijn buik zat, maar boven alles dat hij een prachtige hartslag had en precies op schema lag qua groei. De echoscopiste, goed op de hoogte van mijn twee miskramen tellende dossier, was dolgelukkig voor ons. “Dit gaat niet meer mis hoor!” riep ze overenthousiast. “De kans op een miskraam zakt met zo’n echo toch echt naar 2%!” Hoewel ik inmiddels niet meer geloof in wat voor kansberekening dan ook, hoop ik meer dan wat dan ook dat ze gelijk heeft.
De drie weken die sinds deze echo verstreken zijn gingen eigenlijk ook wel goed. De vakantie was fijn – ondanks het feit dat ik door de vermoeidheid nauwelijks iets kon ondernemen, ondanks mijn weerzin tegen alles wat met eten te maken heeft (behalve chocola en fruit), en ondanks mijn huilbuien om werkelijk niets (hoe erg is het nou helemaal als je een puzzelstukje niet kunt vinden?). En ik heb nog genoeg ‘kwaaltjes’ om aan te nemen dat het goed zit; sinds een dag of 3 is zelfs de misselijkheid (waar ik vanaf dacht te zijn) weer terug.
Maar waarom is dat voor mij dan zó moeilijk voor te stellen? Is dat omdat ik gewoon maar weinig ervaring heb met goed nieuws als het om m'n zwangerschappen gaat?
Nog maar een paar zenuwslopende dagen, en dan weten we meer. Vrijdag is in ieder geval duidelijk of de droom nog even mag duren, of dat we weer keihard opnieuw moeten beginnen… Wil ik het wel weten?
reacties (0)