Camille weet niet beter, ze heeft een gehandicapte moeder. Meestal voel ik me niet beperkt in mijn doen en laten. Ook niet in mijn omgang met Camille. We moeten soms op zoek naar oplossingen om dingen wel mogelijk te maken voor mij. Gelukkig vinden we meestal wel een manier waardoor iets wel kan.
Zo heb ik de eerste maanden Camille meegenomen in de kinderwagen. We hebben een kinderwagen uitgezocht waar ik goed bij kan vanuit de rolstoel en die wendbaar en stabiel is. Ik rolde dan met mijn rolstoel 'om en om' eerst links en dan rechts. Ondertussen hield ik met mijn vrije hand de kinderwagen vast. Het is een handigheidje, maar gelukkig heb ik een goede armfunctie en kan ik zo aardig uit de voeten. Al moet ik eerlijk toegeven dat zo 'om en om' rollen best zwaar is en niet geschikt voor langere afstanden.
Toen Camille een beetje ouder werd knoopte ik haar in een elastische draagdoek. Ik vond het heel fijn om haar zo dicht tegen me aan te dragen. Camille werd er ook erg rustig van. Ik had haar vaak in de draagdoek, ook thuis.
Op een gegeven moment was het niet meer verstandig om Camille buik tegen buik in de draagdoek te dragen. Ze werd te sterk en als ze een beetje naar achteren leunde verstoorde ze de stabiliteit die ik nodig heb om goed te kunnen rollen en hindernissen als hellingen en oneven heden die je op straat tegen komt te kunnen nemen. Ik heb een klein sportrolstoeltje en als je een beetje te ver naar achteren gaat klapt hij achterover. Dat wilde ik natuurlijk niet laten gebeuren met Camille er bij.
Momenteel gebruik ik een Minimonkey draagzak. Ik vind het een hele fijne draagdoek. Camille zit in kangaroo zit bij mij op schoot. Ze kan lekker om zich heen kijken en zit fijn dicht tegen mij aan. We gaan zo overal naar toe. Ik heb mijn handen vrij om te rollen en Camille leert mijn bewegingen in de rolstoel kennen.
Zo lossen we iedere uitdaging als die zich voordoet op. Het is niet bijzonder of 'knap'. Het is voor ons gewoon dagelijkse praktijk.
Toch reageren mensen als ze mij en Camille zien. Ze vinden Camille in de draagdoek super schattig (dat is ze ook!) En ze vinden het 'goed van mij'. Laatst begon een politieauto die mij tegemoet kwam wat langzamer te rijden. Terwijl hij mij passeerde staken beide agenten hun duim op naar me en riepen 'super goed'. Diezelfde week kwam een vrouw naar me toe toen ik Camille en de boodschappen in de auto stond te laden. 'Ik moet het toch even zeggen' zei ze. Ik draaide me om en verwachte eigenlijk dat er iets was zoals een gulp die open stond of zo. 'Ik vind het zo super knap'. 'Ohw, nou dat is het niet echt hoor'. reageerde ik. 'Nee, echt!' en ze wees naar haar zoontje van een jaar of 1,5 die in de buggy zat die ze bij zich had. 'Als ik kijk wat ik met hem sleep en hoe lastig ik dat soms al vind, dan heb ik diep respect voor jou.' Lief dat iemand dat komt vertellen. Maar knap en bijzonder is het echt niet. Ik ben geen betere, andere, bijzondere moeder omdat ik een handicap heb. Ik ga er mee om, net zoals ieder ander mens met dingen om moet gaan. Zulke leuke, lieve en spontane reacties maken me een beetje verlegen. Maar ik moet eerlijk zeggen dat ik dit liever heb dan hetgeen waar ik bang voor was. Ik was namelijk voor de komst van Camille bang dat mensen haar zielig zouden vinden omdat ze een gehandicapte moeder heeft of mij geen geschikte opvoeder zouden vinden.
Gelukkig zijn de reacties tot nu toe heel positief.
Ongeveer twee weken geleden heb ik mijn Babboe bakfiets met trapondersteuning gekregen. Eigenlijk is dit een 'aanpassing'. Ik kan namelijk niet op een gewone fiets fietsen. Ik heb sinds mijn ongeluk, negen jaar geleden, niet meer gefietst. Ik kon niet meer fietsen en daar heb ik me bij neergelegd. Ik vond het wel heel jammer dat ik nooit met Camille zou kunnen fietsen en daar heb ik wel even een beetje mee gezeten, maar dat Lieve dit wel kan doen maakt voor mij veel goed.
Totdat Lieve bedacht dat ik misschien op een bakfiets met trapondersteuning kan fietsen. We zijn naar zo’n probeer ochtend geweest en jawel! Het lukt!
Omdat deze bakfiets trapondersteuning en drie wielen heeft (en dus niet om kan vallen) kan ik er op fietsen.
Het grappigste is misschien nog wel dat ik met de bakfiets helemaal niet gehandicapt lijk. Niemand die het ziet.
Ineens ben ik een hele normale 'bakfietsmoeder'. Onopvallend, 13 in een dozijn, niet bijzonder en heel normaal. Fijn!
reacties (0)