Tekenen met kleuters

17 Maart 2013

Nav een vraag drie dagen geleden; tekenen met kleuters, oorlog of vrede.

Vanmiddag ben ik er heen gegaan, ben er ruim drie uur gebleven. Mijn verhaal!

 

‘Wie is hier allemaal vijf of zes jaar oud!’ Ik liep met Maya (vriendin waar ik veel mee op stap ga) de school rond. Basisschool Fawzi, die nu niet als basisschool gebruikt word, maar als verblijfplek voor vluchtelingen. We gaan de klassen rond, waar meestal meer dan vijf gezinnen bij elkaar zitten.

‘Ik ben zeven, mag ik ook mee?’ vraagt een meisje. Natuurlijk mag dat! Ik schrijf de namen van de kinderen in mijn schrift en in welk lokaal ze zitten. Met ruim dertig kinderen lopen Maya en ik als leidsters op de gang. Een beetje onhandig, dat wel met zoveel kinderen. Trap af naar de tweede verdieping worden we geleid naar een leeg lokaal. Leeg qua gezinnen, maar ook leeg qua lokaal.. De schoolbanken zijn in de strenge winter gebruikt als brandhout. Het bord hangt nog aan de muur, een wit bord waar zeker al maanden op geschreven wordt. Ik laat de kinderen in rijen naast elkaar op de grond zitten. De muur waar het bord hangt, neem ik plaats op de grond. De deur wordt achter ons gestolen en dan gebeuren er binnen dingen waarvan ik liefer niet wil dat anderen het weten, haha! Dan beginnen de grappen, het lachen en de gesprekken met de kids. Niet over de oorlog, niet over trauma’s, maar over leuke dingen. Verhalen hoe ze vroeger naar het strand gingen, hoe ze leuke uitstapjes deden. Wauw! Wat is dat toch mooi om van ze te horen.

‘Vroeger, ja vroeger, toen gingen pappa en mamma en ik met de auto naar de zee. Mijn broertje was toen nog heel klein, hij ging niet mee.’

‘Wij gingen ook naar het strand! En de zee. Maar wij hebben geen auto. Wij gingen met de trein!’

‘Daar hebben ze heel lekker ijs! Lekkerder dan hier.’

‘En we namen heel veel speelgoed mee. In het zand speelden we het meest.’

‘Maar wij gingen zwemmen. En toen in het zand rollen.’ Hij barst in lachen uit. ‘Toen werden we zandmonsters (hoe vertaal je dat eigenlijk van het Arabisch naar het Nederlands?)!’

Dan begint het buiten te knallen. Schoten, eigenlijk heel dichtbij. Al het leuke wordt vergeten en de oorlogsherinneringen komen naar boven..

‘Pappa, mamma, oom en ik en mijn zusje gingen naar mijn oma. Daar was het veiliger dan bij mijn andere oma. Maar toen we een paar dagen terug kwamen, zaten we onderweg vast. Bij ‘al Bab’ werd er heel veel geschoten. Daar moesten we toen slapen bij mijn andere oom. Maar ‘s nachts was het heel eng! We keken uit het raam en zagen een tank voorbij rijden. En heel, heel veel knallen.We gingen met z’n allen toen naar de kelder. Oom had matrassen van boven gehaald, toen gingen we in de kelder slapen. En toen vloog er een vliegtuig heel laag! Ik kon hem heel goed horen, hij ging ook schieten!’ (jongetje, net 5 jaar oud)

‘Ja! Een keer zag ik een vliegtuig naast ons raam!’ (Meisje, 5 jaar oud)

‘Dat kan niet!’ roept een ander kind.

Een gelach in het lokaal. ‘Nou, hij was wel heel dichtbij, ongeveer zo.’ Meisje gebaart met haar handen.

 

Ik sta versteld hoe makkelijk ze erover praten. Een moeilijke situatie, maar o zo goed verteld. Ik kan wel uren door schrijven wat ze allemaal vertellen.. Lachen, tegenspreken, wauw, ze zijn nog zo klein.

‘Juffrouw!’ roept een meisje van zes, ‘Laatst zat pappa in de auto. Toen ik naar de auto liep, zag ik een grote hond. Hij was eng en ik was bang! Toen kwam een soldaat die bij de rotonde staat, pakte me bij mijn hand en liep een omweg en bracht me naar pappa.’

‘Oh wat lief,’

‘Ik ben niet bang voor honden! En stoute honden maken ze toch dood!’ roept een jongetje.

‘Ja, ja!’ Hetzelfde meisje van net. ‘Toen we terug kwamen, zag ik bloed op de grond. Pappa zei dat ze de hond dood hadden gemaakt.’

‘Wat zielig, waarom doen ze dat nou?’

‘Omdat wij kinderen bang zijn voor ze. En ‘s nachts laten ze ons niet slapen! Maar bij mensen die iets verder wonen, hebben ze ook honden. Die zijn lief, die maken ze niet dood hoor!’

‘Mamma zei een keer tegen mijn tante dat die honden hier in onze straten komen door de geur van lijken! Echt! Dat heb ik echt gehoord, dat ze dat zei!’

‘Maar hier zijn we veilig hoor! Hier zijn niet veel lijken. De honden komen hier omdat ze ook veilig zijn!’

‘Maar vroeger hadden we geen honden hier! En toen was het ook veilig hier!’

 

En zo kun je uren en uren luisteren.. Uit mijn tas haalde ik de bladen tevoorschijn. Witte A4tjes.

‘Wat er hier met ons allemaal is gebeurd, is tijdelijk. Alles word hopelijk heel snel beter. En als alles weer beter is, als het buiten weer veilig is, wat gaan jullie dan doen?’

‘Buiten spelen!’

‘Ja, maar dat doen we nu toch ook!’

‘Ik bedoel in onze tuin. Dan heeft pappa ons huis weer gemaakt.’

‘Mijn mamma zegt dat ze een nieuw huis krijgen!’

‘En wij ook! En dan krijg ik nog meer speelgoed dan ik vroeger had!’

‘Wij wonen al in een nieuw huis! Die van onze oom! Hij is toch dood!’ (wat antwoord je hierop????!!)

 

‘Ik wil dat jullie je droomhuis tekenen. Als de oorlog weer voorbij is, krijgt iedereen weer een huis. Jullie mogen fantaseren en alles tekenen. ‘

 

Na nog wat gebabbel en geklets, werd het stil. De kleurpotloden die ik meegenomen had, werden verdeeld. 36 kids, had nog 14 pakketjes over. (Nog steeds vind ik het ge-wel-dig(!) dat we een eigen winkel hebben. (hier later een blog over!))

 

‘Wat heb jij getekend juffrouw!’

Ik heb natuurlijk ook meegetekend. Een groot huis met heel veel kindjes! Allemaal die op bezoek komen, spelen en tekenen, gewoon omdat het dan weer veilig zal zijn.. hopelijk.. ooit.

‘Waauw, jij kan echt goed tekenen. Kijk F… kom, kijk!’

Ik laat de kids over hun eigen tekeningen vertellen. Sommigen komen langs en staan naast me hun verhaal te vertellen. Anderen blijven op hun plek zitten of staan. En wauw, de tekeningen zijn mooi, zijn geweldig vond ik.

‘Ik heb een hele grote tuin getekend. Dat zou ik heel leuk vinden als we ooit weer een tuin hebben.’

‘Kijk, in deze kast zit al mijn speelgoed. Alleen voor mij. En in deze mand, voor als andere kinderen komen spelen. En dit is een autobaan, die had ik op tv gezien!’

‘Hier heb ik mijn bed opgemaakt. Toen ik hem laatst zag, was hij kapot. Maar pappa had beloofd dat als hij deze niet kon maken, ik een nieuwe krijg. Een prinsessenbed!’

‘Kijk, juffrouw, hij heeft een vliegtuig getekend! Dat kun je toch niet willen!’

‘Nee, neee! Dit is het vliegtuig waar we mee reizen. Dan kunnen we op vakantie!’

 

De tekeningen, de verhalen erachter.. Wat is het toch mooi..

 

De tekeningen heb ik ze meegegeven. Ik dacht eerst ze mee te nemen, te fotograveren of scannen, maar dan? De herinnering is mooi.. te mooi. En dat ik het schrijven kan, is nog mooier.

 

480 x gelezen, 0

reacties (0)


  • Gemma Teller

    ach gut ... Prachtig en heel knap van die kindjes...

  • deliefste.

    Prachtig wat hebben we t toch heerlijk hier!

  • Oaxaca90

    Wat leuk om te lezen!

  • kiekie90

    Wauw :) Wat gaaf om te lezen!

    Ik hoop meer van dit soort verhalen van je te lezen! Lijkt me prachtig en onwijs goed werk wat je daar verricht! Super!