Om van te huilen.. 1

Paar dagen geleden...

Ik was weer met kinderen bezig op een school.. Een klein jongetje, ik schatte hem een jaar of zes/zeven, kwam naar me toe. Op mijn schoot ging hij zitten en vertelde me wat met zijn broer gebeurd was... Vreselijk. Thuis heb ik uren op de bank gezeten, denkende aan de situatie, aan de oorlog. Aan hoe dag na dag er meer slachtoffers vallen. Hoeveel kinderen er slachtoffer zijn geworden, onschuldige kinderen..

Ik heb van zijn woorden een verhaal gemaakt..

Mamma verteld me dat de kraan niet meer zo lang mag open staan. Ik moet de kraan sluiten als ik iets wil halen. In bad mag ik ook niet meer, want dan gaat er teveel water verloren. Ik vond het leuk in bad, ik genoot ervan. Het is dan alsof ik ga zwemmen, maar dan ietsje kleiner. Want naar het zwembad ben ik al lang niet meer geweest. De douche vind ik ook leuk, het allerleukst als ik mijn gezicht richt naar de douchekop en het vallende water op mijn gezicht krijg. Dan moet ik lachen. Mijn ogen sluiten omdat het kietelt. Ik mag ook niet teveel borden en lepels vies maken. Soms eten we gevulde broodjes als avondeten, want afwassen kan soms niet. Vroeger gooide mamma een emmer water op de grond en gingen Ameen en ik helpen met boenen. Maar nu zegt mamma dat het niet meer kan, en dat met een doekje vegen genoeg is. Ik vind het jammer. Glijden in het water op blote voeten is echt leuk! Toen ik kleiner was, ging ik papa helpen om onze grijze auto te wassen. Maar nu gaat papa het alleen wassen, met een kleine emmer water. De tuinslang mogen we niet meer gebruiken.

Hoeveel water gebruiken (lees: verspillen) we dagelijks? Hoeveel meer dan we nodig hebben gebruiken we dagelijks? De vraag; Wanneer komt het tot ons door dat we teveel gebruiken? Wanneer begrijpen dat dat wat zo vanzelfsprekend voor ons is, veranderd in dat wat zo vanzelfsprekend voor ons was? Ik weet het antwoord. Eigenlijk is het meer dan logisch. Wanneer het van je afgenomen wordt. Want dan begrijpen we de waarde van dat wat we hadden. Het besef hoe waardevol die druppels water uit de kraan voor ons zijn..

Ik roep mamma. ‘Mamma, het water is op!’ Ik doe de kraan open en dicht, maar er komt geen drupel uit. De kraan is leeg! Mamma zegt dat we nu heel deftig zijn. Maar dan moeten pappa en Ameen lachen. Als we gegeten hebben, veeg ik mijn handen af met natte billendoekjes. Als ik een appel gegeten heb, mag ik het afvegen met een zakdoekje. En Touch gebruik ik als ik weer thuis kom, want dan zijn mijn handen vies van de straat. We drinken mineraal water uit flessen. En als ik naar de wc moet, veegt mamma mijn billen met billendoekjes!

De keren dat je de kraan opent en er geen water uit stroomt… Hoeveel betekend water voor ons?

Douchen vind ik niet meer leuk. Het is koud! Mamma verwarmd dan water in een grote pan, en dan gaat ze me met een kommetje een wasbeurt geven. Maar ik vind het niet leuk. De badkamer is koud en mijn lichaam trilt dan. Laatst was het gas op. En ik had al dagenlang niet gedouched. Ik probeerde net als Ameen, mamma en pappa onder de koude douche te staan. Maar het was ijskoud! Het was vreselijk. Ik schreeuwde naar mamma dat ik nooit meer wilde douchen. Nooit meer! Ik ging huilen, huilen, huilen…

Dan zie je hoe anderen water vullen. Omdat familie naar ze toegevlucht zijn, raakt het water sneller op.

Ik loop samen met Ameen op straat. Het is al donker geworden. Mamma zei dat ik moest afkoelen. Ik was onrustig geworden. Ik wil water drinken, maar ik krijg maar een klein bekertje. Ik wil onder warm stromend water douchen en in bad spelen. Ik wil tomatensoep eten en niet elke dag broodjes of macaroni of rijst met groenten. Ik wil mijn vieze handen afwassen, zonder dat mamma de gieter erbij hoeft te halen..
Dan zie ik verderop een grote brandweer auto. ‘Er is brand, Ameen!’ roep ik. Ameen lacht. Hij kijkt me aan en tilt me op zijn schouders zodat ik meer kan zien. Ik zie een meneer met een grote, lange slang in zijn handen. Hij staat op het dak. Dan gooit hij de slang omlaag en als ze hem in de brandweerauto steken, komt er een hard geluid. ‘Ze vullen water.’ Zegt Ameen. Die mensen hebben geen water meer over. ‘Waarom doen wij dat dan niet?’ roep ik. Dan hebben we weer water. Ameen schud zijn hoofd en lacht dan. ‘Dat kost teveel centjes.’ Ik heb centjes! Ik spaar ze. Maar Ameen zegt dat het veel meer moeten zijn. Misschien bedoeld hij wel een miljoen..

469 x gelezen, 0

reacties (0)