Ha meis, begrijpelijk zeg! Ik zag destijds enorm op tegen mijn tweede (en laatste) bevalling, door hoe zwaar de eerste was.
Vooropgesteld: Ieder lichaam is anders, iedere bevalling is anders en wat voor mij werkt hoeft niet voor jou te werken. Ik vertel hieronder eerst (een beetje) over de heftige weeën bij de oudste, hoe dat achteraf waarschijnlijk kwam, en welke keuze ik bij de tweede daarom maakte. Daarna hoe het bij de tweede ging.
***Voor moeders die nog voor het eerst moeten bevallen: Sla dit alsjeblieft over, je hebt er echt helemaal niks aan om de nare verhalen van een ander te lezen. Jouw lichaam is anders, iedere bevalling is uniek en een nare ervaring van een ander is altijd subjectief. Als je er middenin zit, ervaar je het voor een deel heel heftig en voor een deel juist niet, want je zit in een soort roes. Veruit de meeste bevallingen gaan gewoon “heel saai” goed en daar lees je hier dus niet over. Moet je nog bevallen: Ogen dicht en weg hier.
*** (Mag je helemaal zelf weten, uiteraard. Lezen is dan wel op eigen risico.
)
Bij mijn oudste had ik niet zozeer een weeënstorm, maar wel enorm pijnlijke rugweeën die naadloos overgingen in mega pijnlijke buikweeën en omgekeerd, er zat geen pauze tussen, ze bleven maar komen. Ik kon geen enkel moment uitrusten, en was na een aantal uren helemaal uitgeput. Achteraf bleek dat mijn staartbeentje de uitgang blokkeerde (was ooit gebroken geweest) en dat het bot op breken stond door de druk van het hoofdje. De ‘weeënstorm’ was een poging van mijn lichaam om de baby er alsnog uit te krijgen, want door de blokkade kon het hoofdje niet ver genoeg naar beneden om volledige ontsluiting te krijgen. Na uren van die non-stop monsterweeën had ik nog amper ontsluiting, ik ging helemaal stuk. De gynaecoloog wilde eigenlijk overgaan tot een keizersnee, maar om medische redenen mocht ik geen ruggenprik en ook geen volledige narcose. Een keizersnede was daardoor geen optie, de baby moest er hoe dan ook via de natuurlijke weg uit. Dus met de ambulance en loeiende sirenes van ons streekziekenhuis naar een academisch ziekenhuis, waar een gynaecoloog veel later in de nacht mijn staartbeentje brak tijdens een perswee na 2 uur en een kwartier persen. Toen werd mijn zoon vlotjes geboren.
Bij de jongste had ik me voorgenomen: “Dit hoef ik mezelf niet nog een keer aan te doen. Als het weer zo heftig wordt, dan wil ik een ruggenprik!” Daarnaast had ik dit keer gekozen voor een geboortetens. In het begin vond ik het gevoel heel raar, maar tijdens de bevalling vond ik het juist fijn.
Die ruggenprik, dat lukte niet meer. Mijn zoon werd na een bevalling van 50 minuten geboren. (Eerder op de avond al wel licht gerommel, onregelmatig en volgens de VK slechts voorweeën.) De eerste wee was meteen een monsterwee, net als bij de oudste. De tweede kwam een kwartier later. De derde na tien minuten. De vierde weer na 10 minuten. Ik was al in het ziekenhuis en de verpleegkundige kwam me ophalen en bracht me naar de verloskamer, “omdat ze wilden checken of ik aan de gang was en misschien al ontsluiting had.” Tijdens de rit met bed en al over de gang kwam de vijfde (en laatste) monsterwee. Ik jammerde tegen de verpleegkundige dat ik NU een ruggenprik wilde, want “dit wil ik niet nog een keer!” Ze suste me dat ik eerst een half uur aan het CTG moest en dat de verloskundige eerst even ging kijken. Ik was laaiend! Eenmaal op de verloskamer bleek ik echter al volledige ontsluiting te hebben.
Surprise! Eén perswee later had ik mijn jongste al in mijn armen! Ik heb de uren erna beduusd rondgelopen. Huh? Hij is er al! Zo zwaar als de bevalling van mijn oudste was geweest, zo makkelijk was die van de jongste. Ik wist amper dat het begonnen was, of het was alweer voorbij!
Drie kwartier na de geboorte voelde ik iets geks bij mijn rug. Dat bleek de geboortetens, die nog steeds aanstond op maximale kracht. Had ik niks meer van gemerkt! 😅 Bzzz-bzzz-bzzz!
Moraal van het verhaal: Mijn manier om met die hele heftige pijn om te gaan, was tweeërlei:
1) Ik koos voor mezelf. Als het weer zo erg werd met de ontsluiting dan wilde ik een ruggenprik. Hoe zeer ik ook voorstander was van ‘zo natuurlijk mogelijk’, deze helse pijn ging ik mezelf niet meer aandoen.
2) Ik koos voor de geboortetens om dat eerst te proberen. Je moet wel de instructies goed lezen, want het werkt schijnbaar alleen als je ‘m vanaf de eerste, zachte weeën alvast aanzet. Dat detail had ik bijna gemist. Ik vond de geboortetens echt een aanrader. Maar ook: Mijn bevalling van mijn jongste was echt een eitje. Die vijf heftige weeën waren ongelofelijk heftig, maar daarna was het ‘floep!’ en hij was er al.
Ik gun jou dat je dit keer een fijne en positieve bevalling kunt ervaren. Via welke weg dat moet, weet ik niet; maar praat er eens over met je arts. Misschien heeft die nog ideeën die het beste bij jouw lichaam passen.
Zet ‘m op! 
reacties (31)