Heel vaak zie ik op BB voorbij komen de vraag: wanneer doorslapen?
“mijn kind is AL 8 weken en slaapt nog niet door” en blahdieblah..
Dan denk ik weleens in mijn eigen, wees maar blij dat dit je grootste probleem is.
Mijn dochter is al meer dan 15 maanden oud, en wordt nog steeds wakker ’s nachts rond een uur of 2 voor een voeding. Ik vind dat helemaal niet vreemd. Zij eet door de dag super met de pot mee, ’s avonds krijgt ze een grote papfles in bed nog, er is dus niets anders aan de hand met haar, dan puur honger midden in de nacht. Wij staan dan op, nou ja ikke dan, ik maak haar flesje klaar (flesje met water en de pot van melkpoeder staan al naast mijn bed), zij werkt haar flesje half in slaap binnen en daarna draait ze meteen op haar buik en slaapt zij lekker door. Bij ons in bed. Niets raars aan, niets vervelends aan.
Er is wel iets wat mij eigenlijk wel dwarszit, wat niet helemaal los staat van het niet doorslapen van mijn dochter. En dat is, dat ik, al meer dan 29 jaar en 10 maanden, nog nooit in mijn leven een nacht goed heb doorgeslapen.
Toen ik geboren werd, mocht ik per direct lekker bij mijn mama en papa in bed slapen. Niet omdat ze van tevoren dat zo bedacht hebben, maar omdat ze al meteen ingezien hebben, dat dat beter was voor hun eigen nachtrust, ik was namelijk toen al een eenzame ziel en hield niet van alleen slapen. Tot mijn derde ongeveer kreeg in nachtvoeding (naar het zeggen van mijn moeder), toen begon ik pas de nacht zonder voeding door te slapen. Zonder voeding, maar niet zonder wakker worden. Want ik werd nog steeds wakker. Slecht gedroomd, of plassen, of gewoon net iets te vroeg (lees: veels te vroeg) denken, dat het al tijd is om op te staan.
Niet krijsend, gewoon stilletjes even wakker liggen, als ik bang was dan maakte ik even een van mijn ouders wakker, die dichter bij mij lag (mijn ouders hebben vreemd genoeg geen vaste plek in bed, netals de meeste volwassene stellen), om een lief woordje te horen, een aai over mijn koppie.
Toen ik vijf werd kreeg ik een zusje. Mijn zusje was al vanaf het begin een vaste slaapster, en ook nog eens in haar eigen ledikantje. Mijn ouders waren stomverbaasd en ook een beetje teleurgesteld: waarom wil deze dochter niet met ons samen slapen?
Maar zo was mijn zusje nou eenmaal. Totaal anders dan ik.
Zij was ook heel snel aan toen om in een aparte kamer te slapen.
(Even voor de duidelijkheid, toen ik geboren werd, hadden mijn ouders al een huis met 5 slaapkamers, dus ik sliep ook al niet uit nood bij hen, maar omdat ze zelf daarvoor gekozen hadden.)
Mijn zusje kreeg dus haar eigen kamer, maar ik bleef lekker bij mijn ouders. Op een co-sleeper. Een eenpersoons bed tegen het bed van mijn ouders aan geduwd. De mijne was net ietsjes lager dan die van hen. Bewust of onbewust, dat weet ik niet.
En ik werd elke nacht één of twee keer wakker.
Toen mijn zusje oud genoeg werd om in een grote bed te slapen hebben mijn ouders mij aangeboden, dat ik eventueel bij haar op de kamer mocht slapen, als ik dat wilde. Toen was ik zo rond 7 jaar oud. Ik zei ja, omdat ik dacht, dat dat het juiste antwoord was. Omdat ik dacht, dat mijn ouders dat liever hadden.
Mijn bed werd dus verplaatst naar de meisjes kamer en daar ging ik ’s avonds slapen. Maar ik bleef niet lang, al vóór twaalf uur lag ik alweer vrijwel altijd bij mijn ouders in het grote bed. Ik werd wakker, pakte mijn dekentje en ging verhuizen. Heel soms, na een enge droom, durfde ik mijn bed niet uit in mijn eentje. Dan probeerde ik weleens mijn zusje wakker maken en vragen, of ze met mij mee wilde naar de ouderlijke kamer door de donkere hall, maar meestal wilde zij niet, dus ik moest mijn ouders roepen. Mijn papa kwam altijd meteen, soms al voordat ik geroepen had, omdat hij mij hoorde rommelen en kreunen. Mijn ouders waren nooit, echt nooit boos op me, dat ik bij hen sliep. Nog steeds als ik ernaar vraag, of ze nooit het gevoel hadden: en nu is het mooi geweest! Nog steeds antwoorden ze, dat ze het zeker niet anders zouden doen, als ze het nu weer over moesten doen.
De doorslag voor mij was op mijn elfde. Toen werd mijn broertje geboren. En hij wilde dus wel bij mijn ouders in het bed slapen. Ondanks, dat mijn ouders al heel snel een nieuwe co-sleeper hebben geregeld voor mij, zodat mijn broertje en ik allebei zonder moeite naast onze ouders passen, had ik ineens besloten, dat ik oud genoeg was om alleen te slapen.
Niet omdat ik me verstoten voelde, hoor! Niets daarvan! Ik was juist erg trots op het feit, dat ik sterk genoeg was om mijn eigen plek over te dragen aan mijn lieve broertje. Ik was al elf, een grote meid, en mijn broertje is nog maar een baby, die alle aandacht nodig heeft, dag en nacht!
Vanaf dat moment sliep ik in mijn eigen bed. En ik bleef ook in mijn eigen bed door de hele nacht, maar dat wilde nog niet zeggen, dat ik niet wakker werd, want wakker worden bleef mij overkomen. Slecht gedroomd, of moest plassen, of had dorst, of warm of whatever. Maar ik was al oud genoeg om het allemaal zelf op te lossen. (Behalve de slechte dromen, dat is nooit leuk, als je alleen bent, dan riep ik mijn papa en hij kwam me halen. Zonder zeuren, zonder mij ervan proberen te overtuigen, dat er geen monsters onder mijn bed zitten, ik kon gerust in mijn eigen bed blijven. Nee. Hij pakte mijn hand, en we liepen door de donkere hall samen naar het grote bed, waar ik altijd welkom was.)
Op een gegeven moment kregen we allemaal aparte slaapkamers, omdat onze ouders dachten, dat dat nu tijd was, wij zijn grote meiden. Mijn broertje kreeg ook een eigen kamertje, maar bleef nog lang hetzelfde doen wat ik vroeger deed. ’s Nachts met zijn dekentje verhuizen naar mama en papa.
Op mijn 19e heb ik het ouderlijke huis verlaten, ik woonde alleen, ik had niet alleen mijn eigen slaapkamer, maar ook mijn eigen badkamer en keuken. En ’s nachts echt niemand meer om lekker bij in te kruipen, als ik het echt niet meer trok alleen. Ik sliep met een klein lichtje aan naast mijn bed. Ik schaam me er niet voor, ik voel me niet op mijn gemak als ik alleen ben. Dit geldt niet alleen voor de nacht of voor in bed, maar gewoon in het algemeen. Ik hou niet van alleen zijn. En ik bleef minstens één of twee keer per nacht wakker worden. Ook als er een vriendje naast me lag. Ook toen ik met mijn man begon samen te slapen. En nog steeds.
Doorslapen voor mij blijkt iets onmogelijks.
Daarom vind ik het helemaal niet vreemd, dat mijn dochter ook niet kan doorslapen in haar eentje in een aparte kamer.
De enige waar ik me wel eens aan stoor, niet vaak hoor, maar wel eens:
Mijn dochter en ik worden nooit op hetzelfde tijdschip wakker. Dat wil zeggen, dat als ik uit mijn eigen wakker word, dan word ik wakker uit mijn eigen en zij slaapt lekker door. En als zij wakker wordt, dan moet ik ook wakker worden. Dus sinds ik mijn dochter heb, word ik niet alleen maar één of twee keer wakker ’s nachts, maar drie of vier keer.
Ik doe het met alle liefde voor haar! Gewoon omdat ik uit eigen ervaring weet hoe het is om niet door te kunnen slapen.
reacties (0)