Het was een gewone dag.
Tenminste… dat dacht ik.
Ik stond in de keuken, hoogzwanger, aan het koken, m’n hoofd bij alles wat nog moest.
Mijn kinderen speelden. Ze mogen niet zonder toezicht naar de speeltuin achter ons huis,
maar via het hek kunnen ze alles zien.
“Mama, mama, kijk!”
Ik liep naar buiten.
En daar zag ik haar.
Een meisje van zes.
Ze stond met een ander meisje.
En ze waren… aan het tongzoenen.
Lang. Herhaald. Bewust.
Niet speels. Niet per ongeluk.
Mijn kinderen keken met grote ogen.
Ze begrepen niet wat ze zagen.
En ik… ik voelde mijn moederhart meteen wakker schrikken.
Niet uit angst. Niet uit oordeel.
Maar omdat ik verantwoordelijk ben.
Voor wat mijn kinderen leren. Voor wat ze zien. Voor wat ze normaal gaan vinden.
Dus ik deed wat ik als moeder moest doen.
Ik liep naar het meisje toe.
Zacht. Kalm.
En ik zei:
“Lieve schat, dit hoort niet. Dit moet je niet doen.”
Niet hard. Niet beschuldigend.
Alleen begrenzend.
Omdat ze zes is. Omdat ze dat moet leren.
Ik vertelde het daarna eerlijk tegen haar moeder.
Ze zat op dat moment in haar tuin.
Ik was alleen maar een moeder.
Die het goede probeerde te doen.
Een dag later.
Het gebeurde opnieuw.
Mijn vijfjarige zoontje zag het nu als eerste.
Weer dat meisje.
Weer diezelfde handeling.
En hij puur, nog klein zei:
“Dat mag niet. Ik ga het tegen mama zeggen.”
Beide buurmeisjes, rende meteen naar huis.
En even later… viel het hek open
Hard. Schokkend.
Ik was weer aan het koken.
Toen kwam ze.
Haar moeder.
Schreeuwend.
Woedend.
Haar stem overspoelde alles.
“Mijn dochter is bang voor jou!”
“Je bent altijd boos op haar!”
En ik?
Ik stond daar.
In mijn eigen tuin.
Met mijn buik vol leven.
Mijn hart vol zorg.
En ik… werd ineens het gevaar.
De schreeuwende volwassene in een verhaal dat nooit van mij was.
Ik bleef kalm.
Ik ademde diep.
Ik liep naar haar toe.
Ik luisterde.
En langzaam… begon haar boosheid af te brokkelen.
Ze vertelde hoe zwaar ze het heeft.
Alleenstaande moeder.
Haar dochter is alles voor haar.
En ik?
Ik bleef daar staan.
Luisterend.
Meevoelend.
En toen hield ik haar vast.
Ik… hield haar vast.
De vrouw die me zojuist beschuldigde.
De vrouw die mijn hek zo wel open en dichtsmeet.
De vrouw die mijn kinderen bang maakte met haar stem.
Ik hield haar vast.
Omdat ik voelde dat ze brak.
En ik dacht: Misschien is dit wat we nodig hebben als moeders. Elkaar niet bestrijden. Maar vasthouden.
Ze hield mij ook stevig terug.
En toch…
Nu zit ik hier.
Op de bank.
Stilte in huis.
Mijn kinderen slapen.
Maar in mij stormt het.
Eén moment.
Eén zachte grens.
Werd een leugen.
En die leugen werd mijn gezicht.
Ik wilde alleen het goede doen.
Ik beschermde.
Ik begrensde.
Ik koos voor zachtheid.
En toch…
ben ik degene die nu hier zit met een brok in mijn keel
en tranen die ik niemand liet zien.
Omdat zelfs als je het juiste doet…
het soms voelt alsof jij degene bent die fout zat.
💔
Lieve lezer,
Als je dit leest en je voelt iets…
Een pijn, een brok, een herkenning misschien
Weet dan: ik wilde alleen het goede doen.
Niet om te controleren.
Niet om te oordelen.
Maar om moeder te zijn.
Voor mijn kinderen.
Voor die van haar misschien ook.
Soms is liefde… begrenzen.
En soms wordt dat niet begrepen.
Maar ik blijf kiezen voor wat goed is.
Zelfs als ik daardoor alleen blijf zitten met het verdriet.
🕊️
Misschien begrijp je me.
Misschien niet.
Maar als je even stil bent…
Voel je misschien wat ik voelde.
En dat is genoeg.
reacties (18)