Met lood in mijn schoenen stap ik bij de directeur van de basisschool binnen. Mijn man heeft een weekend weg geregeld. Even weg van thuis. Even geen V.
Ik merk al snel dat de directeur op de hoogte is van de situatie. Ingelicht door de juf voor het geval er een knokpartij uitbreekt op het schoolplein tussen V en mij. Geen officiële toestemming om de kinderen een dagje thuis te houden maar alle begrip en hij hoopt dat we er een mooi weekend van maken.
Ik pak de tassen. De vanzelfsprekendheid waarmee ik zijn tas altijd inpakte, is er niet. Ik weet het niet. Twijfel aan alles. Die trui (waarvan V. appte dat hij er zo goed in uitzag en dat hij haar dan gek maakte)....pfff, zou deze het liefst verbranden. Het herinnert mij aan hun.
Ik leg wat jeans, sokken en boxers klaar. De rest doet hij zelf maar!
We gaan.... de kinderen hebben er zin in.
Ik heb voornamelijk zin in een weekend geen V.
Al snel merk ik dat het lastig is om weg te zijn. Ik geniet van de andere omgeving, mijn kinderen en soms zelfs van mijn man. Maar t is anders. Het onbezorgde is weg. Het mijzelf kunnen zijn is minder. Ik heb het idee dat ik vrolijk moet zijn. Dat ik moet genieten. Maar t kost heel veel moeite en energie.
Mijn nekklachten en duizeligheid zijn minder. Daarin doet het mij goed. Maar zodra we de auto weer inladen en naar huis gaan, begint t weer op te spelen. Een beklemmend gevoel op mijn borst, nekspieren die zich aanspannen.... nog een half uurtje rijden en dan is zij daar weer....
reacties (0)