Een vrolijke titel voor een minder vrolijk verhaaltje...
Het gaat namelijk niet zo goed met mij. Ik doe zo mijn best, maar het is op. Opperdepop.
Na Sam zijn dood ben ik maar doorgegaan, als een soort sneltrein: het leven ging tenslotte gewoon door, we moesten wel. We waren nog jong, we hadden nog zoveel plannen. Ik had maar één doel: weer zwanger worden. Na nog een miskraam te hebben gekregen, was het na 6 maanden raak! Sam kreeg een broer of zus.
Toen begon de volgende uitdaging, hoe kom ik die zwangerschap door?! De eerste weken sloeg ik mij er aardig doorheen, maar hoe verder ik kwam, hoe lastiger. Het was loodzwaar, maar werd bekroond met ons mooie meisje.
We konden weer proberen ons leven op te pakken, door te gaan. Ik merkte dat er veel verdriet naar boven kwam, gevoed door dat kleine hummeltje in mijn armen en een berg hormonen. Maar ik ging gewoon door, bijna niemand sprak meer over Sam en ik wilde niet zeuren.
En toen zomaar ineens kwam hét telefoontje, ik bleek een erfelijk syndroom te hebben, de onderzoeken, weken wachten op de uitslag van Isa. Het was slopend. De uitslag was niet wat we gehoopt hadden. We gingen gelijk met Isa de medische molen in, waar we nu nog midden inzitten. Ieder onderzoek brengt heel veel spanning met zich mee en ik vraag me af wat ons nu toch weer allemaal gebeurd.
En dan is het ineens klaar. Ik kan het niet meer. Ik kan niet meer werken, vrolijk zijn, sociaal zijn, doen alsof het allemaal zo goed gaat. Want het is gewoon allemaal even heel kut en ik ben gewoon heel erg verdrietig om wat ons allemaal overkomt in amper twee jaar tijd.
Ik hoef geen medelijden, maar ik wil wel hulp. Ik heb nooit echte hulp gehad, want ik kon het zelf wel. Dacht ik.
Het een en ander is nu in gang gezet en ik hoop dat de chaos in mijn hoofd snel wat afneemt en ik de juiste middelen krijg. Isa houdt mij op de been en ik geniet intens van haar. Gelukkig kan ik dat nog wel.
Maar er zijn ook andere leuke en mooie dingen in het leven en dat moet ik echt even terug zien te vinden.
reacties (0)