Een van mijn facebook'-vrienden' postte een link naar dit artikel: http://www.trouw.nl/tr/nl/4492/Nederland/article/detail/3642980/2014/04/27/We-ontnemen-kinderen-de-kans-om-zichzelf-te-ontdekken.dhtml het gaat over (buiten) spelen zonder toezicht en past wonderwel aan bij wat mij de afgelopen dagen bezig houdt. Ik ben zelf heel vrij opgevoed; voor mijn gevoel kreeg ik altijd alle vrijheid van de wereld. Buitenspelen was slechts aan de afspraak gebonden dat je binnen de wijk bleef en binnenkwam als de lantarenpalen aangingen. Achteraf hoor ik nu dat mijn moeder regelmatig een rondje fietste om te kijken of we nog in de buurt waren maar dat wist ik niet. Ik was wel een dondersteen maar heb haar vertrouwen niet vaak beschaamd. Mijn dochters gun ik dat ook. Alleen wil ik natuurlijk niet te vroeg te veel verantwoording geven en moet ik nog wat vertrouwen kweken naar de rest van de wereld tav mijn kinderen. Maar hoe doe je dat?
Op koningsdag stonden wij op de vrijmarkt met wat vrienden te kletsen, zij hadden een kleedje met spullen en we bleven dus op één plek. Kay en hun dochter wilden natuurlijk alle kraampjes bekeken en waren niet te houden. Ze kregen allebei een paar muntjes en stoven ervandoor. Papa vond het prima, vrienden waren er ook ontspannen onder, tja moet ik dan de zeikerd zijn? Ik heb dr dus laten rondlopen en behalve dat ze iedere keer met grote hopen kitsche rommel aankwam, ging dat eigenlijk prima. Wel werd ik aangesproken door een moeder die ik ken uit de speeltuin dat ze haar alleen had zien rondlopen, ik probeerde wat nonchalant te reageren maar ik begrijp haar twijfel.
Afgelopen weken ben ik op zoek geweest naar vakantiebestemmingen en heb ik verhalen gehoord van collega’s en vrienden over het heerlijke campingleven waarbij kinderen de hele dag de hort op zijn met vriendjes en vriendinnetjes. Klinkt heel leuk, voor hen en voor ons, maar hoe bepaal je wat kan en mag en hoe spreek je dat af met een kind van 4 en een kind van 2.
Want dat is ook nog eens zoiets; Franka is niet te houden. We willen dat ze net als haar zus veel loopt en leert zich veilig te gedragen in het verkeer. Mar dat vereist helaas een bepaald minimum vertrouwen. Als Kay op haar loopfiets 300 meter voor mij uit was hoefde ik maar STOP te roepen en ze stond stil. Franka’s oren hebben niet altijd even veel “zin” om te luisteren. Ik wil haar niet in de rol van het ‘moeilijke’ kind bevestigen. Ik wil haar vertrouwen geven net als haar zus. Het is de enige manier waarop ze het kan leren…. MAARRRRRR het zou wel fijn zijn als zij en ik dat overleven. Voorbeeld; we waren gisteren in een omheinde speeltuin in een drukke winkelstraat, ik zit op een bankje te praten en hou beide dames aardig in het zicht (denk ik). Opeens vraagt mijn vriendin: “waar is Frankie nu?” Oh die is daar aan het steppen…. Toch? Oh nee, daar staat de step! Geen Franka in zicht! We beginnen te rennen en te roepen maar vinden haar niet. Ze is het hek uit gegaan en net als ik echt een zenuwinzinking krijg komt madammeke in volle vaart de naastgelegen supermarkt uitrennen. Waar ze, hoorde ik achteraf; achter het touchscreen een kleurplaat aan het kleuren was.. Een kennis herkende haar en sprak haar aan waarna de kleine boef de supermarkt uitspurtte. Wat moet je met zo’n kind? Toen ik haar uitlegde dat ze niet mag weglopen omdat mama dan heel ongerust en boos wordt zei ze doodleuk: “mama, maak je geen zorgen”.
Pffff…
Mama maakt zich wel zorgen, grote zorgen zelfs en dat zal waarschijnlijk de volgende 20 jaar nog wel zo blijven.
X Appel
reacties (0)