Caroline is pleegmoeder: ‘Je moet geen verkeerde verwachtingen hebben’

Caroline is pleegmoeder: ‘Je moet geen verkeerde verwachtingen hebben’

Caroline besloot zich acht jaar geleden voor deze kinderen in te zetten en werd gezinshuisouder en uiteindelijk ook pleegmoeder. 'Als je een weekend weggaat zijn sommige kinderen bang dat je niet meer terugkomt.'

Caroline is sinds twee jaar pleegmoeder van een meisje van bijna negentien. Maar daarnaast werkt ze al acht jaar als gezinshuisouder, waarbij ze nog vijf kinderen opvangt in een gezinshuis. ‘Ik heb vooral grotere kinderen in huis, allemaal pubers', begint ze haar verhaal. 'Een gezinshuis is eigenlijk een professionelere vorm van pleegzorg. Het is je werk, je krijgt gewoon salaris. Maar als gezinshuisouder loopt privé en werk allemaal door elkaar heen. Het is officieel een 36-urige baan, terwijl je 24/7 voor iemand zorgt en je deze kinderen niet als werk ziet, het zijn je kinderen. De bedoeling is dat je een soort gezinssituatie creëert. Je woont dan ook zelf in een huis van de stichting.’

Erin gerold
Toen de dochter van Caroline zeventien jaar geleden werd geboren, hing er een slinger met haar naam voor het raam. Er kwam een vrouw voorbij en die feliciteerde haar. 'Ze bleek in het volgende huizenblok te wonen, en zij had een gezinshuis. We raakten aan de praat en vervolgens bevriend. In die tijd moesten gezinshuisouders nog voor hun eigen vervanging zorgen. Ik werkte toen nog in het ziekenhuis, en dan nam ik altijd een week of twee vakantie om als vrijwilliger te werken in haar gezinshuis. Dan gingen m’n man en kinderen ook mee. Op een gegeven moment kwam men vragen of ik als gezinsouder wilde werken voor een nieuw opgezet gezinshuis. Toen heb ik het er met m’n man en kinderen over gehad. Ik solliciteerde en kreeg de baan.’

Pleegdochter
‘Mijn pleegdochter kwam ter overbrugging in ons gezinshuis wonen; ze kwam uit een crisisgroep. Ze woonde daarvoor in ’n pleeggezin. Ze was opgegroeid bij haar alleenstaande moeder, die een ernstige ziekte had en de vader was niet meer in beeld. Toen ze daarna in haar pleeggezin terechtkwam is ze aan de drugs gegaan. In die tijd is haar biologische moeder ook nog overleden en ging ze nog meer gebruiken. De pleegouders konden het toen niet meer aan. Toen is ze overgebracht naar een crisisgroep, maar dat houdt op na een aantal weken. Ze zou daarna weer teruggeplaatst worden bij een leefgroep en ter overbrugging bij ons komen. Na een paar weken was er zo’n ontzettende klik dat we haar wilden houden omdat ze dat zelf aangaf en wij zagen dat ze het heel goed deed. Toen hebben we gekeken of dat kon, maar dat kon dus niet. Er zit een maximum aan het aantal kinderen in een gezinshuis namelijk. Toen is ze zelf met een voorstel gekomen: kunnen jullie niet mijn pleegouders worden? Sindsdien is ze onze pleegdochter.’ 



‘Het is een superlief en zorgzaam meisje wat nog heel erg op zoek is naar zichzelf. Ze is aan het ontdekken wie ze is en het verlies van haar moeder probeert ze nu een plekje te geven. Ze heeft van kleins af aan voor haar moeder gezorgd terwijl dat andersom hoort te zijn. Haar moeder en zij waren gek op elkaar, maar ze komt er nu achter dat haar jeugd wel anders was dan bij anderen. Ze is nu bijna negentien en blijft ook gewoon bij ons wonen tot ze op zichzelf woont. Ze is op dit moment namelijk nog niet eens in staat om een opleiding te volgen. Ze volgt overdag therapie; ze heeft nog heel wat werk te verzetten.’ 

Biologische kinderen versus pleeg- en opvangkinderen
Caroline en haar man hebben zelf drie kinderen, ze zijn een samengesteld gezin. ‘Mijn dochter woont nog bij ons, mijn zoon is al het huis uit. De dochter van m’n man woont bij haar moeder. Het houden van is voor alle kinderen hetzelfde: ik hou van mijn eigen kinderen, van de dochter van mijn man, van mijn pleegdochter en m’n andere gezinshuiskinderen. Het verschil met je eigen kinderen is je genenpakketje. Met je biologische kinderen is het onvoorwaardelijk; je ziet dingen terug van jezelf. En zeker omdat ik de andere kinderen op oudere leeftijd krijg. Het zijn al hele mensjes met een voorgeschiedenis, daar heb je niet die automatische band mee. Na een jaar weet je pas wie je echt in huis hebt.’

'Heel veel kinderen in ons gezinshuis hebben daarbij ook nog contact met hun eigen ouders. De wederkerigheid in de relatie met je eigen kinderen die automatisch is, is anders. Een van onze opvangkinderen gaat altijd mee naar verjaardagen bijvoorbeeld, maar onze pleegdochter kiest zelf heel bewust om geen deel uit te maken van mijn familie. Andere kinderen zijn daar vrij in. Voor mij zijn het allemaal mijn kids, ik maak geen onderscheid.’ 

Maar hoe was het voor haar kinderen en haar stiefdochter, om ineens die ouderliefde te moeten delen met onbekende kinderen? ‘Dit had best wel een impact. Mijn kinderen waren bijna tien en elf toen ik het ging doen en de dochter van m’n man bijna twaalf. Mijn dochter vond het vanaf begin af aan leuk. Mijn zoon is bij z’n vader gaan wonen. Maar niet omdat hij het gezinshuis niet leuk vond; hij heeft gewoon een goede klik met z’n vader. Maar mijn stiefdochter vindt het echt verschrikkelijk. Zij was enig kind. Ze was al niet blij toen haar vader een relatie met mij kreeg en er nog twee andere kinderen bijkwamen. Ze is 21 nu en het wordt makkelijker.’ 

Kinderen met een heftig verleden
Als je kinderen in huis neemt met een heftig verleden, gaat dit natuurlijk niet altijd goed. ‘Jongeren die in de puberteit aan de drank en drugs raken of in m’n huis gaan stelen: ik heb al heel veel politiebureaus van binnen gezien, maar ook verslavingszorg. Dan vraag je je regelmatig af: waarom doe ik dit ook weer? Maar het komt ook voor dat je bijvoorbeeld een weekend weggaat en dat de kinderen bang zijn dat je niet meer terugkomt. Dan gaan ze spullen van je pakken; zo van als ze niet meer terugkomt dan heb ik in ieder geval nog iets. Ik probeer vooral te kijken waar het vandaan komt. Uiteindelijk ben ik erachter gekomen dat mijn liefde voor het kind groter is dan liefde voor de voorwerpen die gestolen zijn.’

Waaraan ze merkt dat de kinderen die ze verzorgt, een heftig verleden hebben? ‘Boosheid komt meestal pas na driekwart jaar of een jaar. In het begin zijn ze heel erg aan het zoeken, wie ben jij? Ik merk vooral veel verdriet. Het missen van de ouders. Loyaliteit kan zo lastig zijn voor kinderen.’ 

Afscheid nemen van de kinderen
Of het afscheid van een kind niet zwaar is, als je zolang voor hem of haar gezorgd hebt? ‘Je weet van tevoren dat de kinderen met hun achttiende op zichzelf gaan wonen of terug naar huis gaan, daar werk je altijd naartoe. Meestal geeft het ook een goed gevoel dat je een bepaalde periode in het leven van een kind mee kunt lopen. Met de meeste kinderen heb ik ook gewoon nog contact. Pas heb ik zelfs de eerste bruiloft gehad! Emotioneel is het afscheid altijd, want je hoopt dat ze het zelf kunnen. Maar ik heb ook meegemaakt dat bepaalde pleegouders het kind niet meer wilden afstaan. Dan zie je hoe moeilijk het is, hoe je je gaat hechten aan zo’n kind.’

Pleegouder of gezinshuisouder worden: begin met de juiste verwachtingen
'Je moet hieraan beginnen met de juiste verwachtingen, dat is heel belangrijk. Soms hopen mensen dat het kind een aanvulling in de familie wordt, een soort extra eigen kind, maar dat wordt het nooit. Als je dat hoopt of verwacht, dan gaat het niet goed. Dat kan heel bedreigend zijn voor zo’n kind; dan hebben ze het gevoel iets terug te moeten geven. Kinderen willen dat niet aan jou geven, maar aan hun eigen ouders. Als je denkt dat je wederkerigheid krijgt, dan ben je heel gauw klaar met pleegzorg. Al zijn ze mishandeld of misbruikt: kinderen zijn altijd loyaal naar hun ouders. Als het dan niet lukt, en zo’n kind moet weer op zoek naar een andere plek, is dat weer zó’n teleurstelling voor een kind dat wéér ergens anders heen moet.'

'Zolang je het maar vanuit je hart doet, maar wees bewust dat het niet automatisch gaat of dat het hetzelfde zal gaan als met je eigen kinderen of je buurkinderen. Want pleegkinderen hebben geen keuze, en willen eigenlijk helemaal niet bij iemand anders wonen. Veel mensen denken dat het een dankbaar iets is: pleegmoeder zijn of als gezinshuisouder werken. Maar dat is niet helemaal het geval. Het is niet vanzelfsprekend dat de kinderen of hun ouders blij zijn met ons en ons gezin omdat wij ons huis openstellen. Als die dankbaarheid komt, komt dat meestal pas veel later. Maar als je goed naar de kinderen kijkt, zie je soms dat het beter met hen gaat en is dat ook een vorm van dankbaarheid.' 

Nederland telt 38.000 kinderen in opvanglocaties. Vergeten kinderen die mishandeld, misbruikt, verwaarloosd, verstoten of gevlucht zijn en opgroeien in sobere instellingen met minimale speelmogelijkheden en specialistische begeleiding. Dit is niet hoe een kinderleven moet beginnen. Deze kinderen verdienen dezelfde kansen als een kind dat thuis opgroeit en daarom zet Stichting Het Vergeten Kind zich in om het welzijn van deze kinderen te verbeteren. Wil jij deze kinderen helpen? Kijk voor meer informatie op hetvergetenkind.nl.

Wil jij graag jouw verhaal over je bevalling, baby, vruchtbaarheidstraject of iets anders delen op BabyBytes? Dat kan via dit formulier. Wie weet staat jouw verhaal binnenkort (anoniem) op de site!

Reageer op dit artikel

reacties (0)




Populaire topics
Populaire blogs

Babynamen zoeken

Jongensnamen | Meisjesnamen | Babynamen top 50