Ik kan het niet helpen. Het gevoel is gewoon zo sterk. ik probeer het van me af te zetten, maar toch lijkt dat niet helemaal te lukken. Telkens weer verschijnt zijn gezicht voor mijn ogen, zijn stralende lach die je gewoon doet smelten. Hij is ook zo knap, zo fijn om bij te zijn en als hij vrolijk is, dan lijkt de wereld vrolijk. En als hij niet vrolijk is, dan wil je er alles aan doen om hem maar weer te zien lachen. Want zo hoort het.
Ik zie hem best vaak. Niet iedere week, maar toch wel één of twee keer per maand en iedere keer is hij wat veranderd. Hij groeit als kool, hij is heel wat kilootjes zwaarder dan toen ik hem voor het eerst ontmoette en hij kan ook zoveel meer! Waar hij in september nog niets leek te snappen van wat er om hem heen gaande was, is hij nu alert, heeft hij alles door. Wanneer volwassenen praten, kijkt hij bewust aandachtig naar de spreker -hij is in ieder geval niet doof! Als mijn zwager naar de keuken loopt om drinken voor ons te pakken blijft hij zoet spelen, maar zodra zijn papa met zijn flesje of zijn hapje aan de slag gaat, wordt hij onrustig, begint hij te jengelen en als het niet snel genoeg gaat, te krijsen. 'Papa, schiet nou toch eens op! Snap je niet dat ik dat wil eten?!' Volgens mijn schoonmoeder was mijn zwager net zo, toen hij 5 maanden oud was. Zo vader, zo zoon dus.
Ook begint mijn neefje al aardig bewust gedrag te leren. Hij grijpt bewust naar het touwtje wat zo leuk geluid maakt als je er flink mee schudt en kraait van plezier. Als hij dat beu is, grijpt hij naar het kinderspiegeltje en draait dat alle kanten op. Telkens als hij zijn gezicht in de spiegel ziet of de mijne, houdt hij het eventjes stil en lacht. Hij speelt zijn eigen versie van kiekeboe!
Oorzaak-gevolg lijkt hij ook te snappen. Hij slaat met zijn handje op de vloer en dan doe ik dat ook. Hij doet het nog eens en mijn hand volgt weer. Nu kijkt hij aandachtig naar mijn hand, terwijl hij met de zijne slaat. Hij verwacht het al, mijn hand slaat ook. En als hij ophoudt, houdt mijn hand ook op. Dus slaat hij weer en lacht daarbij, zijn ogen nog steeds gericht op mijn hand. Ja, hij weet heel goed dat hij de ene hand kan laten bewegen door zijn andere hand te bewegen. Hij kijkt mij aan en lacht. 'Kijk eens tante,' lijkt hij te zeggen, 'wat ik voor elkaar kan krijgen!'
Wanneer voor de volwassenen etenstijd aanbreekt en voor kleine neefjes bedtijd, wordt het tijd voor mijn man en mij om te vertrekken. Ik kriebel nog even het buikje van mijn neefje en opeens voel ik dat warme gevoel wat ik de hele middag had verdwijnen. Ik moet nu afscheid nemen van deze man en weet niet wanneer ik hem weer zal zien. Hopelijk zal het niet te lang duren, want de gedachte om te lang van hem gescheiden te zijn valt me ineens behoorlijk zwaar. Zwangerschapshormonen, denk ik dan terwijl ik mijn zwager gedag zeg. Met nog een laatste zwaai naar mijn neefje, wiens mooie ogen nu langzaamaan dichtvallen, draai ik me om en ik neem de hand van mijn man stevig in de mijne. Hij trekt me mee naar de deur. Het is genoeg geweest.
's Avonds in bed, terwijl mijn man naast me ligt te snurken, lig ik nog wakker en staar naar het plafond. Ik merk ik gewoon dat ik hem mis. Dat kleine ventje wat de wereld doet verlichten, ik zou hem zo de hele dag om me heen willen hebben. Ik wil hem knuffelen, wil met hem spelen, wil hem zien leren en zien opgroeien. Ik wil zien hoe hij langzaam maar zeker de wereld leert te begrijpen. Hoe lang nog voordat hij zelfstandig zal kunnen zitten? Wanneer zal hij gaan tijgeren en kruipen? Met hoeveel maanden zal hij kunnen lopen en is er dan nog wel een houden aan?
Ik vind het moeilijk. Als ik al zo verliefd kan zijn op de kleine van mijn zwager, niet mijn vlees en bloed, niet eens mijn bloedverwant, hoe zal dat dan voelen als straks in juni mijn eigen kleine komt? Dat vraag ik me af terwijl ik mijn hand op mijn buik leg waar ik mijn zoontje voel trappen. Ik weet wel dat het te vroeg is voor mijn kleine om nu al ter wereld te komen, maar opeens duurt het wachten me veel te lang. Terwijl de tranen van emotie in mijn ogen prikken, denk ik aan dat laatste stukje van dat ene liedje. 'Dus kom maar vlug mijn schat, er wordt op je gewacht.' Mijn man draait zich om in bed en met een zucht kruip ik ook dieper onder de dekens, tegen hem aan. Hoeveel nachtjes slapen nog?
reacties (0)