Lief en leed rond 19 weken

Citaten en samengevat uit 'Oei, ik groei!'

Je kleine heeft er een nieuw vermogen bijgekregen, dat hem in staat stelt een uitgebreide schakering aan nieuwe vaardigheden te leren. Je baby begint te experimenteren met 'gebeurtenissen'. Wij volwassenen staan er niet meer bij stil dat onze dagelijkse ervaring is opgesplitst in voor ons overbekende 'gebeurtenissen'. Als iemand bijvoorbeeld een rubberbal laat vallen, dan weten we dat die weer omhoog ketst en waarschijnlijk nog een tijdje door zal gaan met stuiteren. Als iemand springt, weten we dat ze weer omlaag zal komen. We herkennen de eerste bewegingen van een golfer die een bal slaat of een tennisser die serveert, en we weten wat daarop volgt. Voor je baby is dat alles echter nieuw. Niets is nog voorspelbaar.

Je baby voelt dit sprongetje al eerder aankomen. Rond 15 (14-17) weken wordt hij hangerig. Hij voelt dan al dat zijn ontwikkeling weer een sprongetje maakt. Zijn wereld verandert en hij weet niet hoe hij daarmee om moet gaan. Hij ziet, hoort, ruikt, proeft en voelt weer dingen die helemaal nieuw zijn. Hij is van slag. Hij moet alles rustig tot zich laten doordringen. Hij moet alle nieuwe indrukken rustig verwerken en doet dat het liefst vanuit een vertrouwde, veilige plek. Hij wil dichter bij zijn moeder zijn. Hij wil terug naar mama.

Vanaf deze leeftijd duren de hangerige periodes langer dan voorheen. Deze keer duurt hij meestal vijf weken. Maar hij kan ook een of zes weken duren.

Je baby kan nu: slechter slapen, eenkennig worden, meer aandacht vragen, vaker ondersteuning van hoofd nodig hebben, niet willen dat je lichaamscontact verbreekt, slechter eten, een wisselend humeur hebben, minder geluidjes maken, minder beweeglijk zijn, vaker op de duim zuigen.

Wat heeft de 'winkel van de gebeurtenissen' in de aanbieding?

Zelf doen: ineens zeer achtief, rolt zelf om van buik naar rug en andersom, kan in buikligging zijn armen helemaal strekken., gaat met billen de lucht in en wil zich afzetten, maar lukt niet, gaat op handen en voeten staan als hij op zijn buik ligt, schuift naar voren of naar achteren, steunt op onderarmen, gaat zelf rechtop zitten als hij schuin tegen je aan ligt, zit stevig en rechtop in de kinderstoel met verkleinkussen, is erg bezig met de bewegingen van de mond

Grijpen, voelen en tasten: grijpt niet meer mis als hij iets aanpakt, pakt ook iets als hij er niet naar kijkt, maar als het hem aanraakt, speeltjes overpakken, stopt moeders hand in zijn mond, voelt aan moeders mond als ze praat, of steekt zijn handjes erin, spullen in mond stoppen en voelen of bijten, zelf een doekje van gezicht wegtrekken, slaat met speeltje of gooit het op de grond, probeert dingen verder weg te pakken, weet wat hij met een bepaald speeltje 'behoort' te doen, onderzoekt details

Kijken: Kijkt geboeid naar 'gebeurtenissen': het op en neer springen van een kind, roeren in de koffie, enz., kijkt geboeid naar moeders lippen en tong als ze praat, zoekt waar moeder is, kijkt ook om, zoekt naar een speeltje, reageert op spiegelbeeld, houdt een vouwboekje vast en kijkt geboeid naar een plaatje

Luisteren: reageert op de eigen naam, begrijpt echt één of meer woorden. Bijvoorbeeld: kijkt naar het beertje als je vraagt: 'Waar is je beertje?' Het beertje moet nog op een vaste plaats zijn., Reageert correct op een goedkeurende of verbiedende stem, herkent de openingsdeun van een liedje

Praten: Maakt nieuwe klanken, waarbij hij zijn lippen en tong gebruikt: ffft-ffft, vvv-vvv, zzz, sss brrr, arrr, rrr grrr, prrr. Zo'n 'r' heet de lippen-r, gebruik medeklinkers: d, b, l, m., brabbelt. Gebruikt eerste 'woordjes'. Mummum, baba, abba, hada, dada, tata, gaapt met geluid en luistert ernaar

Lichaamstaal: steekt de armpjes uit om opgepakt te worden, smakt als hij honger heeft, zwaait er soms bij met armpjes en beentjes, doet zijn mond open en reikt naar je eten of drinken, 'spuugt' als hij geen eten meer wil, duwt de fles/ borst weg als hij genoeg heeft, draait zelf van de fles/  borst af als hij genoeg heeft

Diversen: begint zich 'aan de stellen'. Bijvoorbeeld: als moeder aandacht geeft aan het hoesten, dan hoest hij lachend nog een keer, moppert als hij ongeduldig is, gilt als iets niet lukt, heeft een speciale 'knuffel'.

NB: Bedenk steeds dat je baby nooit in één klap alle 'goederen' in deze winkel kan opkopen. Met 19 weken krijgt hij VOOR HET EERST toegang tot de winkel. Maar wanneer hij zich wat eigen maakt, hangt af van de interesse van de baby en de gelegenheid die hij krijgt. Veel vaardigheden zal hij zich pas maanden later eigen maken.