Ik loop de koffieshop binnen... Ik kom daar vaker. Alleen niet in deze. Een paar weken geleden ben ik verhuisd, terug naar waar ik oorspronkelijk vandaan kwam.. of in ieder geval, het dorpje ernaast.
Ik kijk je aan, en denk: jij bent leuk. Jij kijkt mij aan en lacht vriendelijk. Maar ja, dat is niet gek, want je staat achter de bar.
Je bent de reden dat ik wat vaker kom. Je bent er niet altijd, maar als je er bent dan lach je lief. En ik lach lief terug.
De keer dat ik met mijn vriendin Suus binnen kwam werd het me pas echt duidelijk. "Liek!! Wat kijkt die jongen verliefd naar jou. Niet normaal. Het is gewoon schattig..." Ik mompel het weg, en zeg: "Ja we flirten weleens wat"
Vanaf die keer raken we steeds meer aan de praat. Waarschijnlijk heb je ons zien kijken, en mij zien blozen. We praten over alles. Over het leven, over je moeder die overleden is aan kanker, waar je het heel moeilijk mee hebt. En over alle andere dingen die ons bezig houden. Je wil weg uit Nederland. Je vind dat we de wereld vernielen, en je wil naar een plek waar het nog mooi en rustig is. We hebben een klik, en een hele grote. Ik word verliefd, en jij ook.
Op een avond hebben we weer veel zitten kletsen. Het is laat. We spreken af om samen naar de bus te lopen, maar omdat jij toch ineens later klaar bent, en ik de laatste bus niet wil missen ga ik toch alleen. Je ben 10 minuten later klaar en rent het hele stuk naar de bus om me nog in te halen. Dat lukt en we kletsen verder tot mijn bus aankomt. Ik wil je net 3 zoenen geven, als de bus optrekt en wegrijd. Niet bewust, en zeker niet de bedoeling... Ook al lijkt het achteraf wel zo. Je vraagt me of ik bij jou wil slapen. Dat wil ik wel. Je woont bij je vader met zijn nieuwe vriendin. Je vind ze niet aardig. Ik denk omdat je zoveel van je moeder hield.
We hebben een geweldige nacht. Die ik verder niet hoef uit te leggen. Je was er immers bij. De volgende dag moet je werken en ik ga met je mee. Je knuffelt me, en geeft me kusjes. Ik zeg dat er camera's hangen, en jij zegt dat het je niks kan schelen.
We daten, en we hebben het leuk. We kijken samen Lost. Iets wat ons voor de rest van onze vriendschap verbind. Een relatie word het niet. Door mijn onzekerheid. Doordat ik 3 jaar lang door mijn vorige vriend zo rot behandelt ben dat 2 maanden te kort is om daar overheen te komen. En doordat ik zo verlieft op je ben dat ik er niks mee durf te doen. Ik durf het je niet te zeggen, ik durf je niks te vragen...
Je vraagt of je een keer voor me mag koken. Ik zeg heel blij ja. Je maakt er veel werk van, je vader is op vakantie. We lachen, kijken nog tv. Ik blijf ook nog een keer slapen maar hoewel je me wel zoent, durf je verder niks te ondernemen omdat je geen hoogte van me krijgt. Ik snap het. Mijn beste vriendin word gek van me. Ze vind me oerstom dat ik hier niks mee doe. "Wat kan je nou gebeuren?? Hij vind je hartstikke leuk!! Laatst toen hij ook mee ging stappen hebben jullie de hele avond NON STOP met elkaar aan de bar zitten kletsen. Waarom doe je niks?" Ik weet het niet... en ik weet het tot op de dag van vandaag nog niet.
We blijven vrienden. Goeie vrienden. Ook als ik mijn vriend ontmoet. Waarmee ik al snel een dochter krijg. Toen ik daarachter kwam was ik blij. Het was nog niet heel serieus met Ries, en toen ik wist dat hij en ik samen een kind kregen wist ik zeker: wij hebben geen kans meer.
Het leven ging verder. Mijn verliefdheid voor Ries ging over in houden van. Onze dochter werd geboren en mijn relatie was echt. Nooit heb ik spijt van die keuze.
Wij waren nog steeds vrienden. Je had je eigen huisje gekregen, en wilde een opleiding gaan doen aan de andere kant van het land. Nog steeds kwam ik af en toe langs, en keken we samen Lost. Je had een paar tattoes laten zetten. Ik vroeg of ik ze mocht zien. Het waren dieren... Dieren die de mensheid had uitgeroeit. Diersoorten die door ons toedoen niet meer bestonden. Zo wilde je er nog veel meer laten plaatsen. En zo zag ik weer de jongen die ik zo geweldig vond. Je bent een geweldig mooi mens, en je denkt na over het leven.
Je verhuisd naar Leeuwarden... Ik spreek je zeer weinig. Ik mis je. Je hyves heb je verwijdert. Ik kom je nog een keer tegen tijdens het stappen en we vallen elkaar in de armen. Ik moet door en ik beloof je snel te smsen. Dat doe ik ook.
Je reageert niet op mijn smsje. Heb ik het verkeerde nummer? Ik weet het niet. En mijn leven kent ook zo zijn ups en downs, dus ik heb er niet meer aan gedacht. Stom.. Dat had ik wel moeten doen. Een paar maanden geleden heb ik je nog eens een smsje gestuurd. Weer geen reactie. Ik laat het maar weer. Nog stommer, want nu heb ik mijn laatste kans gemist.
9 juni... Je springt van de grote kerk. Ik weet niet waarom. De grote kerk is niet alleen groot, maar ook heel hoog. Je hebt geen enkele kans. Je bent dood.
Ik heb je al in geen jaar gesproken. En nu ben je er niet meer. We hebben niet dezelfde vriendenkring. Dus ik heb het via via via moeten horen. Via via via duurt lang, te lang. Want nu ben je al 2 weken dood, en heb ik er niet bij kunnen zijn om je te begraven. Dat doet pijn.
Ik ben verdrietig... Heel erg verdrietig. Ik snap het niet. Was het leven dan zo zwaar voor jou? Wilde je liever bij je moeder zijn? Waarom? Ik had je zo graag willen helpen. 27 is nog jong, en het had nog zoveel beter kunnen worden.
Mijn leven was zonder jou. We waren niet samen. Er is dus ook niks verandert. Maar toch vind ik de wereld zonder jou, een stukje minder mooi...
Rust zacht lieve Dennis.
reacties (0)