Gisteren ben ik voor het eerst naar het Sophia Kinderziekenhuis geweest voor een eindgesprek met de arts en verpleegkundige die Teuntje hebben verzorgd.
Ik was er nog niet geweest omdat ik tijdens de opnamen van Teuntje te ziek was om vervoerd te worden. Ik heb haar dus niet kunnen bezoeken. Teuntje is naar Breda gebracht om bij mij en mijn man te mogen sterven. Als je hier meer over wilt weten dan kun je mijn andere blog lezen want dat is een verhaal opzich.
Maar goed, we waren in het Sophia. Na heel lief te zijn ontvangen en na een zeer emotioneel gesprek vroeg de kinderarts of ik de afdeling wilde zien waar Teuntje had gelegen. Dat wilde ik heel erg graag maar voelde me een beetje bezwaard ten op zichten van andere ouders die daar bij hun kindje waren. Terwijl die ouders nog met hoop aan de kant van het bedje van hun zieke kindje staan zal ik daar zeker een potje gaan grienen. Dat leek mij geen goed idee. Maar volgens de kinderarts was het geen probleem en als het mij of mijn man teveel zou worden dan zouden we gewoon zachtjes weer vertrekken.
Daar stonden we dan voor de deur van de afdeling waar Teuntje haar hele korte leventje heeft mogen verblijven. De deur ging open en ik zag een ruimte vol met zieke kleine kindjes. Jongens, meisjes, grote baby's en kleintjes maar allemaal even mooi.
De sfeer op de afdeling was heel erg rustig en omdat al die kleine hummeltjes liggen te slapen wordt er niet gesproken maar gefluisterd. Elke stap die ik deed was zeer bewust omdat ik geen herrie wilde maken. In de hoek zat een mama naast haar kindje en in een andere hoek zat een opa naast zijn kleinkind. Op dat moment besefte ik me dat ik nooit naast mijn kleintje heb mogen zitten. Ik heb niet tegen haar kunnen fluisteren en haar handje kunnen vasthouden toen ze zo ziek was. Ik heb niet over haar bolletje geaaid en haar wangentjes gekust.
De arts begeleide ons naar het plekje waar Teuntje haar eerste nachtje en haar laatste nachtje heeft geslapen. Bij toeval was het bedje leeg. Daar heeft mijn kleintje dus gelegen voor het raam. Dat was haar kinderkamer en haar wiegje. Terwijl wij thuis zo ons best hebben gedaan om haar kamertje zo perfect mogelijk te krijgen heeft het leven beslist dat de IC haar kinderkamertje werd.
Langzaam beginnen de tranen over mijn wangen te rollen. Ik zie haar kleine lijfje weer liggen met al die slangetjes en piepmachines.
Ik probeer de omgeving zo goed mogelijk in mij op te nemen en het wordt tijd om weer naar buiten te gaan. Met dat we naar buiten lopen zie ik het bedje bij de deur. Daarin ligt een meisje. Ik zie het aan het roze voetstapje op haar kaartje. Ik lees snel het kaartje maar kan door mijn tranen niet meer lezen hoe ze heet. Wel lees ik dat ze 4250 gram weegt. Net zoveel als mijn eerste dochter bij haar geboorte. Ook zie ik al de apparaten die om haar heen staan en al die slangen en draadjes waaraan ze is verbonden. Ze ligt er precies hetzelfde bij als mijn Teuntje.
Ik kijk naar de kinderarts en ook zij bevestigt de ernst van de situatie waarin dit kindje is. Mijn god, die ouders flits er door mijn hoofd. Die zitten er nog midden in. Een grote kans dat zij hetzelfde moeten meemaken als wij. De hoop, wanhoop, frustraties en het inmense verdriet. Ik kijk naar dit grote/kleine meisje en wil haar vasthouden en knuffelen. Omdat dit natuurlijk niet kan zeg ik heel zachtjes dat ze moet volhouden. Mijn man steekt op hetzelfde moment zijn duim zachtjes in de lucht. Hou vol kleine meid.
Het wordt me op dat moment teveel en ik ben blij dat we naar buiten gaan.
We nemen afscheid van de arts en de verpleegkundige en gaan richting de parkeerplaats. De frisse lucht doet me goed en in de auto aangekomen bel ik snel mijn vriendin.
Haar heb ik ontmoet via deze site. Zij is haar zoontje David verloren een paar maandjes voordat ik mijn dochtertje verloor. Haar zoontje was een mooi perfect mannetje die geen kans heeft gekregen. Ik vertel haar huilend het verhaal en zij weet het, begrijpt het en voelt het ook.
Ik hoop dat de ouders van het meisje in het bedje bij de deur ook dit intense verdriet kunnen delen. Iemand vinden die het ook weet, begrijpt en voelt.
We rijden de parkeergarage uit en gaan lunchen in Hotel New York. Daar zie ik een moeder met een kleintje in de wagen. Ze lijkt heel zorgeloos en rijdt met de wagen langs de tafeltjes. Ik denk aan Teuntje, David en het kleine meisje in het bedje bij de deur en hoop dat deze moeder het nooit zal weten, het nooit zal begrijpen en het nooit zal voelen.
reacties (0)