Het is over.
Ik kijk je aan, met wazige ogen van de tranen die vloeien. Ik zie je slikken. Een keer. Twee keer. Drie keer. Je pakt haar nog warme lijfje vast en je begint te lopen. Heen en weer. Van de deur naar het raam. Van het raam naar de deur. Ik zie je tranen vallen. Maar je laat het me niet zien.
Je troost mij. De dagen erna. Ik heb je nodig. Mijn hart is verscheurd. Die van jou ook. Maar dat mag ik niet zien.
Je tilt haar mandje. Samen met je broer uit huis. Alleen hij mocht het doen. Samen met jou. Ons kostbaarste bezit.
Een maand na de crematie. Komt ze weer thuis. Ons kostbaarste bezit. Je wilt een ring. De allermooiste die er bestaat. Die ring. Is onderdeel van haar.
Je wilt haar het liefst altijd thuis houden. Maar het lukt niet. Je krijgt last van nachtmerries. En je grootste nachtmerrie wordt werkelijkheid. Je mooie dochter. Onder de grond.
Onze Nala. Is jou grote troost. We zitten op de bank. We praten wat. Opeens. Ik zie het gebeuren. Je staat op. Pakt je jas. Nala loopt achter je aan. Je bent weg. Voor twee uur. Je komt thuis. Ik kijk je aan. En je breekt. Als een baby zo hard. Begin je te huilen. Ik weet het zeker. Het is tot je doorgedrongen.
2 jaar later.
Ik ben er klaar voor. Ik kijk je aan. Ik zie hetzelfde weer gebeuren. Als 2 jaar geleden. Weer sta je op. Geeft me een kus. Pakt de riem. Gaat de deur uit. Je komt terug. Weer 2 uur later. Je kijkt me aan. En ik weet. Het is goed.
Zondag. 6 januari. Het is positief. Je kijkt me aan. Ik voel je angst. Angst dat het weer mis gaat.
Dinsdag. 12 maart. Al 2 keer goed nieuws. We liggen samen in bed. Het gebeurd weer. Ik zie je kijken. Je spreekt mijn gevoel uit. Het zit niet goed.
Zaterdag. 13 april. We zitten op de bank. Kijken elkaar aan. Je vraagt of je de kleine mag voelen. Je aait. Je praat. Er gebeurd niks. We kijken elkaar aan. En weten. Het zit niet goed.
Zondag. 14 april. Weer worden we papa en mama. Van een zoon deze keer. Het mocht niet zo zijn. Hij is naar haar toe gegaan. Zodat ze boven niet alleen zou zijn.
De dagen erna. Ben je verscheurd. Binnen 2 dagen is de crematie geregeld. Ik zie je weinig. Ik geef je ruimte. Je hebt het nodig.
Je weet het zeker. Dit nooit meer.
19 mei. Hij is weer thuis. Voor even. De dagen hierna zit je niet lekker in je vel. Alles wat je van haar nog had. Is niet bij je. Je ring is weg. Maar ze komt gauw weer terug. Met hem erbij. Zoals het moet. Een broertje en een zusje. Samen. Bij papa.
Je tilt hem het huis uit. Ik hou hem vast. Bij de begraafplaats pak je hem van mij over. Nala is ook mee. We lopen de poort door. Naar links. Dit pad hebben we te vaak moeten lopen. Hij wordt bij zijn zusje in het grafje geplaatst. Hierdoor hebben we even de kans. Om ook haar nog even vast te pakken. Een mooie steen hebben we uit gekozen. Voor hun samen.
Zaterdag. 24 augustus. We zijn op bezoek. Bij onze lieve kindjes. Je kijkt me aan. Je vraagt aan me. Dat ik toch niet weer zwanger ben. Het is toch echt zo. Je bent die paar weken. Tot de echo. Niet een gezellig iemand. Je hebt het er moeilijk mee.
Maandag. 16 september. De uitgerekende datum. Van ons zoontje. Ik lig daar. Jij zit gespannen. Aan je ring te draaien. 2 knipperlichtjes. We lopen naar buiten. En je kijkt me aan. Het is goed zo.
Zondag. 2 februari. Om 3.23. Worden we weer papa en mama. Samen met jou. Gaan ze naar de NICU. 2 uur later zie ik je weer. Je staat met tranen in je ogen. En ik weet. Het komt goed.
Maandag. 23 maart. Voor het eerst. Ooit. Mag jij 2 gezonde kindjes. Over de drempel tillen. Voor het eerst. Ooit. Mag jij 2 gezonde kindjes. Thuis. Een luier verschonen. Voor het eerst. Ooit. Mag jij 2 gezonde kindjes. Thuis. In bed leggen. Voor het eerst. Ooit. Mag jij 2 gezonde kindjes. Thuis. Een flesje geven. 'S avonds kijk ik je aan. Zo trots als een pauw. Sta je naar ze te kijken. Maar daar achter. Zie ik wat je nodig hebt. Ik geef je je jas. En pak de riem. Je hebt het nodig. Ga maar schat.
reacties (31)