De maanden van het islamitisch jaar
"Het aantal maanden is bij Allah twaalf maanden volgens de teboekstelling van Allah op de dag dat Hij de hemelen en de aarde schiep; daarvan zijn er vier heilig. (...) Het invoegen van een schrikkelperiode is enkel maar meer ongeloof waarmee zij die ongelovig zijn tot dwaling gebracht worden..." Soerat at-Tauba, koran 9:36-37 Dagen van de week Deze volgen de joodse en christelijke volgorde, beginnende met zondag en eindigend met zaterdag. De vrijdag, de wekelijkse dag van samenkomst, is dus niet de eerste noch de laatste dag van de week. Ook is het in tegenstelling tot de joodse Sabbat en de christelijke zondag géén rustdag, alhoewel in sommige islamitische landen het openbare leven stil ligt en bedrijven al vanaf donderdagmiddag gesloten zijn.
"Jullie Heer is Allah die de hemelen en de aarde in zes dagen geschapen heeft. Toen vestigde Hij zich op de troon om het bestuur te regelen." Soerat Joenoes, koran 10:3 Omrekenen islamitische kalender ⇔ westerse kalender
Geschiedenis van de islamitische kalender De islamitische kalender is gecreëerd is door kalief Omar I (Abu Hatsa Ibn Al-Chattab) in 638 na Christus. Het is een echte maankalender, en omdat de koran extra maanden verbiedt (zie bovenstaande tekst, 9:36-37) bevat het jaar altijd twaalf maanden. In vroeger tijden (en in religieuze zaken nog steeds) werd het begin van een maand vastgesteld door waarneming aan de maan. Tegenwoordig wordt de kalender echter veelal berekend. De maanden hebben afwisselend 30 en 29 dagen en er wordt gewerkt met een cyclus van 30 jaar. De telling begint in de meeste gevallen op 16 juli 622 na Christus, maar soms wordt er een dag eerder begonnen. Aangezien er naast de hierboven beschreven kalender ook nog andere versies in gebruik zijn (geweest) met een andere cyclus, en er daarnaast ook nog een religieuze kalender bestaat die van plaats tot plaats verschilt (omdat de waarneming in iedere plaats afzonderlijk ging) is een normale islamitische datering niet voldoende voor conversie naar de christelijke kalender. Het is dan ook voor geschiedkundigen prettig dat in een mohammedaanse datering altijd de dag van de week wordt geschreven, daardoor is een exacte omrekening wel mogelijk. In Nederlandsch-Indië werd tussen 1600 en 1900 een variant van deze kalender gebruikt, die op zich ook weer varianten had. Er was geen cyclus van 30 jaar maar een kortere van 8 jaar. In het oudere systeem waren hierin de jaren 2, 5 en 8 schrikkeljaar en volgens het nieuwere systeem waren dat de jaren 2, 4 en 8. Bovendien waren in het nieuwere systeem de maanden in het 5-de jaar niet in een strikte 30, 29 dagen afwisseling, maar de eerste 2 maanden hadden 30 dagen, daarna de maanden 2 tot en met 6 29 dagen, vervolgens een afwisseling 30, 29 die duurde tot en met de 11-de maand en de laatste maand had 30 dagen alsof het een schrikkeljaar was. Naast deze cycli van 8 jaar was er ook een cyclus van 120 jaar (15 maal 8) en in deze laatste cyclus verviel het laatste schrikkeljaar. De jaren waren genummerd in Java-jaren, dat is 512 jaren meer dan de standaard moslim-jaartelling. Naast nummers hadden de jaren ook namen, en ook weer in een cyclus van 8: Alip, Ehe, Djimalwal, Dje, Dal, Be, Wawoe en Djimakir. Bovendien was er een 5-daagse week, de namen van de weekdagen waren: Kliwon, Legi, Pahing, Pon en Waje. Het systeem zorgde er voor dat in een 120-jaars-cyclus iedere 8-jaars-cyclus op dezelfde dag begon. Dit systeem is gehanteerd in Surakarta (tot 1675 het oudere systeem, daarna het nieuwere systeem, bovendien was 1626 een schrikkeljaar, maar 1674 niet, 1746 weer wel en 1748 weer niet), Jogjakarta (tot 1751 het oudere systeem, daarna het nieuwere) en op Sunda (altijd het oudere systeem). Ook de Turken kenden vroeger een systeem met een 8-jaars-cyclus, hierbij waren de jaren 3, 5 en 8 schrikkeljaren. Een 120-jaars-cyclus heeft bij hen niet bestaan. Datum en tijden Ramadan 2009 De tijdstippen zijn opgegeven in Nederlandse tijd en de zomertijdcorrectie (van eind maart tot eind oktober) is erin verrekend. Voor de islamitische datum worden steeds twee dagen gegeven: de eerste geldt van middernacht tot zonsondergang, de tweede van zonsondergang tot middernacht. Bij de berekening van het begin van de ochtendschemering en het einde van de avondschemering is een zonsdiepte van 18 graden onder de horizon aangenomen. De berekeningen gelden strikt genomen voor Utrecht (5.129º oosterlengte, 52.086º noorderbreedte), dat vrijwel in het midden van Nederland ligt. Elders in Nederland kunnen afwijkingen van hooguit enkele minuten optreden. Verder zijn de tijdstippen berekend voor een waarnemer op zeeniveau; vanaf een hoog gebouw of een toren zullen de tijdstippen van zonsopkomst en zonsondergang respectievelijk enkele minuten eerder en later plaatsvinden. De opgegeven tijdstippen zijn de 'astronomische' tijdstippen, maar de meeste moslims nemen een veiligheidsmarge van enkele minuten in acht die zij bij deze tijdstippen optellen of aftrekken.
* einde Ramadan, begin 1 Shawwal bij zonsondergang, de start van het Suikerfeest. |
reacties (0)