Mijn zus zei ooit: 'voor haar zou ik het bijna doen, maar eigenlijk hoop ik dat jij het doet' Ze doelde erop dat ze mijn moeder ontzettend kleinkinderen gunde maar zelf eigenlijk niet op de verantwoordelijkheid van een gezin zat te wachten. Haar wens kwam uit want in januari 2009 kwam ik erachter dat ik zwanger was. Nadat we zelf bekomen waren van de schrik zijn we na werktijd met zn tweeën onze ouders op gaan zoeken. Mijn ouders eerst. Mijn moeder huilde een enkele dikke traan en ik kreeg een hele dikke knuffel. Verder bleef het eigenlijk aardig stil, want waar mijn schoonmoeder seconden ná de echo al aan de lijn hing om alle ins en outs te vragen was mijn moeder terughoudend. Ik vond het kwetsend indertijd. Inmiddels weet ik dat ze naast haar blijdschap over een kleinkind in de rats zat over haar eigen kind. Ze wilde niet dat ik pijn zou hebben, door een slechte zwangerschap en ook niet bij de bevalling. De avond dat die bevalling zich bijna twee weken over tijd aandiende had ik haar aan de telefoon terwijl ik in bad zat. Door haar jarenlange ervaring als kraamverzorgster wist zij natuurlijk dondersgoed wat er aan de hand was maar ze bleef kalm. De ontlading kwam pas toen ze eindelijk Kaytje in haar armen hield. Het was liefde op het eerste gezicht. Ze liep niet de deur plat, liep de kraamverzorgster niet in de weg maar kwam wel regelmatig een knuffel halen. Op de momenten dat ik even 'los' moest van mijn nieuwe leven was ze daar om te helpen en op Kay te letten. Ze was ontzettend oma maar ook vooral nog steeds mijn moeder. De dag dat ik uitgerekend was van Franka kwamen me ouders me een beetje afleiden, de kinderboerderij was helaas dicht dus zijn we een eind door de duinen gaan fietsen. Menig moeder zou gezegd hebben zou je dat nou wel doen maar mijn moeder vertrouwde altijd op mijn oordeel. De volgende dag kon ze haar tweede kleinkind knuffelen. Beide oma's pasten ongeveer een keer per week op, waarbij mijn moeder meestal met de tram naar Den Haag kwam. Niet zelden had ze dan een tasje bij zich met een spelletje wat vroeger van mij geweest was, waarvan ze dan inschatte dat Kay dat onderhand ook wel leuk zou vinden. Ze knutselde veel met ze en schilde altijd appeltjes. Als ik thuis genoot ze altijd vooral van de enthousiaste begroeting die ik kreeg. Het was altijd een puinzooi en ik weet dat ik dat in het begin raar vond; mijn moeder die altijd tussendoor ergens een doekkie over heen haalt of een wasje doet... en dan zo'n puinzooi. Maar ik ben blij dat ze al haar tijd besteedde aan het spelen met de kinderen en als ik dan de 'hutten' op moest ruimen, jammer dan.
Mijn moeder is plots overleden, op de operatietafel aan een gigantisch infarct. Ik heb geen afscheid kunnen nemen. De meisjes ook niet.
Het is abstract voor ze, we hebben samen de kist versierd met glitters, verf en stickers, ze hebben hun opgebaarde oma gezien en waren bij de begrafenis. Ze praten nu wel over oma en regelmatig komt Kay met een grappige herinnering of uitspraak. En toch heb ik nu het allergrootste verdriet om het feit dat ze haar kleinkinderen niet ziet opgroeien en ik ben als de dood dat ze haar vergeten. Ze heeft mij zo'n fijne jeugd gegeven en ze had me nog zoveel over het moederschap te leren. Ik voel me moederziel alleen.
reacties (0)