Opeens is het daar, het moment waarop Fiene baby af is en een heuze dreumes te noemen valt. Het hulpeloze wezentje dat een jaar geleden nog enkel door te huilen en te lachen kon aangeven ze zich voelde, is getransformeerd in een dreumes met een eigen willetje. Een dreumes die een zekere mate van zelfstandigheid heeft ontwikkelt. Een dreumes die haar wereld verkent. Een wereld die overigens een stuk groter is geworden.
Vanmiddag bijvoorbeeld zijn we met het hele gezin een eindje gaan wandelen. Fiene wilde namelijk erg graag naar buiten en liet dit merken door steeds maar naar het trapgat te kruipen. Ze pakt haar schoentjes en wijst pappa aan welke voeten deze moeten. Ook laat ze zelf moeiteloos haar armen in de mouwen van haar jasje verdwijnen en manoeuvreert zich naar haar duwkarretje dat in het halletje geparkeerd staat. Alsof ze wil zeggen “wij gaan naar buiten, dat is goed, maar dan gaat mijn karretje mee!”
Als het hele gezin in de jassen is gehezen gaan we naar buiten. Fiene duwt trots haar karretje voor zich uit en houdt om de paar meter stil. Dan heeft ze weer wat nieuws ontdekt dat aan een nadere studie moet worden onderworpen. De ene keer is het een mooi struikje, de andere keer is het een hond of een voorbij rijdende auto. Trots sla ik de ontdekkingstocht van onze dochter gade en laat me meeslepen in haar vernieuwde wereld.
Als het rondje bijna gelopen is strekt ze haar armen naar me uit. Fiene is moe geworden en laat zich dragen door pappa. Ik kijk naar het vermoeide gezichtje en plots is daar weer even een glimp te zien van de baby die ze een aantal maanden geleden nog was. Thuis laat ze zich na een fruithap en wat melk gewillig in bed stoppen.
Wat een ontwikkeling maakt ze door. Eerst is het nog zo’n klein en breekbaar meisje dat elke drie uur gulzig aan mijn borst ligt en haar buikje vult met moedermelk. Haar wereldje nog zo klein.
Dan leert ze lachen, grijpen en rollen. Het wereldje wordt al wat groter.
Dan leert ze tijgeren, zitten en kruipen en ontdekt ze dat er meer is om te onderzoeken dan alleen maar de huiskamer. Soms vind ik haar op de vreemdste plekken. In de douche achter het gordijn of met haar hoofd in de wasmachine.
Weer wat groter wordt haar wereld als ze gaat staan en ontdekt dat ze daardoor andere dingen uit kasten kan pakken. Ze ontdekt dat deurtjes en lades open kunnen en zich daar achter nog meer schatten verschuilen.
Uiteindelijk leert ze stappen en trappen beklimmen. Ze ontdekt dat ze zelf kan beslissen om in de woonkamer te blijven of het hoger op te zoeken en naar boven te gaan.
Ze blijft ons verbazen en maakt ons elke dag trots. Ik zucht en kijk dromerig voor me uit. Wat zal ze ons morgen brengen?
reacties (0)