| Hoofdbalans: in rugligging kan het hoofd in het midden gehouden worden | 2,5 maanden |
| Spel met vingers na ‘toevallige’ ontmoeting | 2,5 maanden |
| In buikligging zijn kin en schouders even opgericht, steunend op de onderarmen; handen licht gebald; heupen meer gestrekt | 2,5 maanden |
| Drukke beweging in bad | 4 maanden |
| De grijpreflex kan passief onderbroken worden | - |
| Typerend bij verticaal houden zijn de gebogen gewrichten van de onderste ledematen: hurkhouding | - |
| Houdt iets met 3e, 4e en 5e vinger vast (ulno-palmaire greep) | 3 maanden |
| Pakt iets alleen als dat de hand raakt | 3 maanden |
| In rugligging kan het hoofd even opgericht worden | 3 maanden |
| Wanneer het kind op de zij ligt, rolt het zich op de rug | 4,5 maanden |
| In buikligging kan het hoofd en de borst tot 90° opgericht worden, kind kijkt om zich heen; heupen volledig gestrekt | 3 maanden |
| In zithouding gebracht kan ‘t zelf het hoofd rechtop houden; blijft zitten met steun | 3 maanden |
| Bij het grijpen zijn er meebewegingen in de andere hand | 3 maanden |
| Het handje is meestal open | 3,5 maanden |
| Speelt met de handen midden voor zich | 2 maanden |
| Houdt iets met de hele hand vast | 3 maanden |
| Slaat met de handen op b.v. de tafel | 5,5 maanden |
| Draait het hoofd bij het nakijken van een bewegend object tot 90° | 4 maanden |
| In rugligging kan het hoofd tot 45° opgericht worden | 4 maanden |
| Wanneer aan de handen uit rugligging opgetrokken, komt het met hoofd en schouders mee omhoog | 2,5 maanden |
| Kan de benen omhooggestrekt heffen | 4 maanden |
| Kan van de buik naar de rug rollen | 6 maanden |
| In buikligging overwegend steun op de onderarmen | 4 maanden |
| Begint te steunen op de handpalmen | 5 maanden |
| Kan met enige steun zitten | 4 maanden |
| Bij het grijpen doen de ogen mee | 4 maanden |
| Grijpen met de vlakke hand; ‘pakt’ toevallige voorwerpen in de buurt | 3,5 maanden |
| Brengt een voorwerp middenvoor, gebruikt de beide handen tegelijk | 4 maanden |
| Kan iets doelbewust -maar wel langzaam- loslaten | - |
| Het hoofd energiek omhoog wanneer je aanstalten maakt het kind tot zittende houding op te trekken | 3 maanden |
| In buikligging steunt het op de handen, armen en vingers gestrekt; bewegingsvrijheid voor hoofd en schouders | 5 maanden |
| Indien het iets wil pakken trekt het een been bij, zonder dat het al kruipen kan | 5 maanden |
| Kan eventjes alleen zitten | 4,5 maanden |
| Kan staan met steun onder de armen, benen dragen gewicht grotendeels; de voetzolen moeten plat neergezet kunnen worden | 4 maanden |
| Bij het grijpen pakt het kind voorwerpen van de ene in de andere hand over | 5 maanden |
| De handpalm zowel als de duim en vingers worden gebruikt wanneer het kind een voorwerp vastpakt (is radiaal-palmair grijpen). Dit is het begin van de duimoppositie (het tegenover de andere vinger plaatsen van de duim en het roteren van de duim om zijn eigen as, zodat de duimnagel naar boven gekeerd blijft) | - |
| Kan zich makkelijk van buik naar rug rollen, en van de rug via de zij naar de buik ( moeilijker dan ‘t 1e) | 6 maanden |
| In staande houding (steun onder armen) kan het afwisselend de ene voet na de andere omhoog tillen | 4 maanden |
| Bij het grijpen pakt het alles, slaat ermee op tafel recht naar beneden | 5 maanden |
| Pakt handig en rechtstreeks een voorwerp op | 5 maanden |
| Uni-lateraal reiken naar objecten: vaker met één hand dan met beide tegelijk, echter niet consequent links of rechts; geen sprake van dominantie | - |
| Radiaal digitaal-greep | - |
| In buikligging kan het kind nu op één hand steunen, waarbij de andere vrij is om iets te pakken | 7 maanden |
| Probeert door armen en benen te bewegen een voorwerp te pakken | 6,5 maanden |
| Zit los, heeft tendens om op naar voren gerichte hand te steunen | 5,5 maanden |
| Wanneer het met steun staat is er een loopbeweging, zonder echter vooruit te komen | 4 maanden |
| Het kind gooit alles op de grond | 6 maanden |
| Het kan twee voorwerpen vasthouden, ieder in één hand | 6 maanden |
| ‘Kruipt’ enigszins, met het lijfje op de grond | 8 maanden |
| Zit los met rechte rug en kan naar voren leunen zonder het evenwicht te verliezen | 7,5 maanden |
| Goede coördinatie in zithouding | 8 maanden |
| Kan staan met steun | 4 maanden |
| Bij het grijpen gebruikt het de juiste kracht | 6 maanden |
| Pakt kleine dingen met de vingers | 5 maanden |
| Begin van de pincetgreep: een precieze greep met toppen van duim en wijsvinger | 7 maanden |
| Gebruikt de wijsvinger veel | - |
| Bewust iemand uitzwaaien en in de handjes klappen | 8 maanden |
| Zit los en kan het bovenlichaam vrij bewegen om met voorwerpen te spelen | 7,5 maanden |
| Kan zelf gaan zitten door op de buik te rollen, de benen te buigen en met de armen af te zetten | - |
| Kruipt met buik via de grond - gekruist patroon | - |
| Kan staan op handen en voeten | 8 maanden |
| Kan lopen op handen en voeten (is berengang) | - |
| Loopt een paar stappen wanneer het aan twee handen wordt vastgehouden | 4 maanden |
| Trekt zich tot staande houding op aan het meubilair | 7 maanden |
| Loopt langs voorwerpen | - |
| Kan zelf gaan zitten - dit is een intentionele handeling | - |
| De pincetgreep wordt goed uitgevoerd | - |
| Kind moet op vlakke ondergrond stevig kunnen zitten (evenwichtsfunctie) | 7,5 maanden |
reacties (0)