Vanaf het moment dat jouw leven niet veel meer was dan 2 streepjes op een staafje wist ik het. Jij ging borstvoeding krijgen. Niet omdat ik het zo graag wilde, niet omdat ik ernaar verlangde, niet omdat ik als kind zijnde mijn poppen al tegen mijn tepel aanduwde maar omdat ik het normaal vond. Al snel kwam ik erachter dat het geven van borstvoeding, hoewel natuurlijk, helemaal niet zo normaal was. Steeds weer kwam de vraag ´en, ga je borstvoeding geven?´ alsof je de keuze had. Ik vond het net zo´n rare vraag als ´en, ga je een maxi cosi gebruiken in de auto?´ Voor mij was het geven van borstvoeding nu eenmaal net zo normaal als het gebruik van een autostoeltje. De reacties waren divers. Van ´hopelijk lukt het!´ tot ´kunstvoeding is tegenwoordig net zo goed´. Sommige mensen waren lyrisch over hoe mooi borstvoeding wel was. Hoe fijn. Hoe speciaal. Ik dacht er allemaal maar het mijne van. Ik was niet zo lyrisch. Een kind aan mijn tiet. Dat gelebber. Niks voor mij. In het openbaar voeden was al helemaal niks. Dat zou ik nooit doen, kom op zeg! Maar dat borstvoeding geven ´niks voor mij´was, betekende nog niet dat ik kunstvoeding zou gaan geven. Borstvoeding is logisch, borstvoeding is natuurlijk en daarom had ik er nog geen seconde over nagedacht of ik wel borstvoeding WILDE geven. Ik ging het gewoon doen. Punt.
Soms waren er twijfels. Dan bekeek ik mijn borsten en dan kon ik me niet voorstellen dat daar melk uit zou komen. Hoewel ik er niet aan twijfelde dat borsten gemaakt waren om een baby mee te voeden, twijfelde ik wel of MIJN borsten gemaakt waren om JOU te voeden. Mijn borsten waren immers tot nu toe vooral om je vader te plezieren. En de vriendjes die ik voor je vader had maar voor die informatie ben je nu nog veel te klein.
Je werd geboren. Een klein, hulpeloos, spartelend hoopje baby onder het smeer. Je werd bij me gelegd. Jouw naakte huid op mijn naakte huid. Ik kan er een mooi verhaal van maken maar dan zou ik het romantiseren. Ik was vooral blij dat de bevalling voorbij was. Ik hield je vast. Ik voelde je lijfje. Een babietje. Er was echt een babietje uit mij gekomen. Ik weet het moment nog dat je bij mij kwam drinken. Je lipjes om mijn tepel, een zacht zuigend gevoel. Toen je klaar was met drinken zag ik nog een druppeltje melk uit mijn tepel komen. Verwonderd riep ik uit ´kijk nou, er komt echt melk uit!´. Ik was ertoe in staat, mijn borsten waren ertoe in staat om melk te produceren. Echte moedermelk. Jij was er ook toe in staat. Jij kon aanhappen en drinken als de beste. ´Een natuurtalentje!´ vond de verloskundige. In de dagen erna ontpopte jij je als een pitbull. Had je de tepel eenmaal vast, dan liet je deze niet zomaar los.
Wat was ik trots op mijn ´vette melk´. Je was precies een week oud toen je al 200 gram boven je geboortegewicht zat. Wat was ik trots op elk vetribbeltje dat langzaam maar zeker op je kleine babylijfje kwam. Je bolle wangetjes, je onderkinnetje. Je groeide op mijn melk!
Het consultatiebureau was zo verbaasd toen je die eerste keer gewogen werd. Geboren met 3160 gram, binnen een maand gegroeid tot 4310 gram. Mijn melk! Wat was ik trots.
Toch was het voeden nog steeds niet ´mijn ding´. Ik vond het zo´n gedoe. Was er visite moest ik uitwijken naar boven. Wilde ik even alleen weg moest ik met 2 uurtjes weer terug zijn. Kleren uit, kleren aan. Hoe vaak ik wel niet tegen je vader heb gezucht ´ik zal blij zijn als ze 6 maanden is!´ want met 6 maanden zou ik stoppen. Ik wist de verhalen van kindjes die langer kregen. Soms tot 2 jaar. Tot 4 jaar. Tot 12 jaar. Belachelijk! Wie wil er nou een peuter aan de tiet?
Seks. Ik moest er niet aan denken. Mijn lichaam stond volledig in dienst van jou. Mijn borsten moesten jou voeden, daar mocht je vader toch geen plezier aan beleven? Ik vond het zo moeilijk te scheiden. Ik was moeder en minnares. Ik had borsten en tieten. Waren die zes maanden maar voorbij, dan had ik mijn lichaam weer voor mezelf.
Toch veranderde het. Langzaam. Nee, ik had geen openbaring dat ik opsprong en uitriep ´dit is het! Borstvoeding is geweldig! Ik wil nooit meer stoppen!´
Het ging langzaam. Alsof je mij de tijd wilde geven eraan te wennen, erin te groeien. Wanneer je, nog zo klein en hulpeloos lag te drinken, even stopte, je mooie, heldere oogjes naar mij opsloeg en me een ontspannen glimlach schonk. Een glimlach alsof je wilde zeggen ´rustig maar mama. Het komt wel goed. Laten we samen van deze intieme momentjes genieten´. Of misschien wilde je mij bedanken. ´Dank je wel mama. Dank je wel dat ik bij jou mag zijn, bij jou mag drinken. Dank je wel dat je me voedt met zoveel meer dan alleen voeding´.
Of je kleine handje op mijn borst. Bezitterig, alsof je wilde zeggen ´deze borst is van mij!´ Dan stootte ik je vader aan ´kijk haar nou toch eens genieten!´ en om mijn woorden kracht bij te zetten liet je jezelf horen. ´Mmm. Mmmm. Mmmm´ gulzig dronk je die weeïge melk naar binnen, alsof er niks lekkerder bestond.
Na 12 weken moest ik weer gaan werken. Je leerde uit een flesje drinken. Het ging moeizaam. 50 cc. Soms 70 cc en blij dat wij dan waren. Als ik thuis kwam vloog je aan op mijn borst, klokte alle melk naar binnen en nog steeds zegt je vader beteuterd als hij je ziet drinken ´bij het flesje kan ze nooit zo genieten´.
Je geniet zo van mijn borst. Ik geniet zo van jou. Van je oogjes die langzaam dichtvallen tijdens het drinken. Dat ik je zo slapend in je bedje kan leggen, de melk nog aan je verzadigde lipjes. Van je gulle lachjes die je me schenkt tijdens het drinken alsof je me wilt bedanken. Van het bellen blazen tegen mijn tepel en je geklets tegen mijn borst. Van je mooie, heldere oogjes die me soms maar aan blijven staren. Van je ge-aai over mijn borst. Van je handjes door mijn haren. Van je gespeel met mijn ketting. Van je gegrijp naar mijn neus, van je gekroel met mijn shirt. Samen op de bank. Samen in bed. Samen in het zwembad, op het strand of bij de mac. Want jij, mijn lieve eigenwijze meisje, hebt er totaal geen boodschap aan dat mama niet in het openbaar wil voeden.
6 maanden lang mocht jij drinken. 6 maanden lang waren mijn borsten voor jou. Het mocht je voeden. Het mocht je sterk maken. Het mocht je in slaap wiegen. Het mocht je liefde geven. Het mocht je troosten. Het mocht je weer rustig maken. Het mocht je pijn wegnemen. Nu is het tijd om een klein beetje afscheid te nemen. Om andere dingen te proberen. De eerste probeerverpakkingen van allerhande kunstvoedingsorganisaties vallen dagelijks op de mat. Straks zal je kennis gaan maken met groente en fruit. Het doet me een beetje pijn dat je niet meer exclusief op mijn melk zal groeien. Dat je meer nodig hebt. Maar we nemen nog niet volledig afscheid. Een klein beetje afscheid. Je zal blijven drinken. Je zal troost en liefde mogen blijven vinden. We zullen die mooie, intieme, knusse momentjes doorzetten. En wie weet, misschien heb ik straks dan ook een peuter aan mijn tiet. Want als er iets is dat bij mij past, iets wat bij ons past, dan is het wel borstvoeding.
En we drinken nog lang en gelukkig.
*warning..... 18+ foto*
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
*weet je zeker dat je het aankan?*
.
.
.
.
.
.
.
.
.
*je kan nu nog terug!*
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
.
reacties (0)