Volg mijn persoonlijk blog op Facebook:
https://www.facebook.com/Rozewolkbreuk-1643538589006235/?ref=settings
Het moment dat ik voor het eerst de poli gynaecologie opstrompelde herinner ik me nog goed. Met moed in de schoenen nam ik plaats naast een vrouw met een enorme buik, ik keek opzij naar Joost en tranen brandden in mijn ogen.
De week ervoor zaten we nog met gloeiende wangen van verlangen bij het echocentrum, razendbenieuwd om het door ons gecreëerde nieuwe leven voor het eerst te zien stuiteren op het scherm. Ik nam plaats op de onderzoekstafel en de koude gel werd routinematig op mijn buik gespoten. De dopler werd zorgvuldig geplaatst en ik zag meteen de vormen van een inimini garnaaltje met armen en benen. Een moment voelde ik me het gelukkigste mens op aarde. Tot dit gevoel op brute wijze werd verdrongen door die snijdende woorden: 'sorry Meis, ik zie geen hartactie'. Ik dacht dat ze gek was geworden, kijk nu toch eens goed, dit kleine ding heeft zelfs al armen en benen. Ik stelde voor nog eens te kijken maar nu inwendig, dit mocht echter niet baten. Compleet gedesillusioneerd gingen we naar huis, wachtend op een telefoontje van de verloskundige. Ik kon simpelweg niet begrijpen waarom ik nog misselijk was, waarom mijn borsten al bijna pijn deden als je er zo ongeveer alleen naar keek en waarom ik dan nog steeds zo moe was dat ik mijn lijf er van verdacht dat het 's nachts, buiten mijn weten om, een marathon was gaan lopen.
De verloskundige belde en vertelde me mijn opties. Ik kon afwachten tot de miskraam vanzelf opgang zou komen, of ik kon kiezen voor pillen of een curretage, daarvoor werd ik dan doorverwezen naar de gynaecoloog. Nog nauwelijks beseffend wat er allemaal had plaats gevonden koos ik voor het eerste, iets dat totaal niet past bij mijn weinig afwachtende karakter. Die week was afschuwelijk, ik walgde van mijn lichaam en hoe het me misleidt had, ik voelde continu nog ergens de hoop dat ze bij een controle echo zouden zeggen dat het een foutje was en dat er toch hartactie was. In gedachte zag ik ons kleine frummeltje al zijn of haar kleine vuistje ballen en een pietepeuterig middelvingertje opsteken naar de echoscopist, deze gedachte werd altijd meteen weggedrongen door het idee van een mogelijke curettage. Na vijf dagen afwachten trok ik het niet meer, het idee rond te wandelen met een 'dood' kind in mijn buik werd me teveel. En zo belandden we dus daar op dat bankje in het ziekenhuis, naast die vrouw met die dikke buik.
Ik hoorde mijn naam, en we volgden de echoscopiste naar een van de echokamers. Daar werd het eerder vastgestelde opnieuw bevestigd, geen hartactie, het was alsof ik het weer voor de eerste keer hoorde. We mochten opnieuw plaatsnemen in de wachtkamer waar de gynaecoloog ons zou komen halen. Ik was stiekem opgelucht dat de vrouw met de buik daar niet meer zat, ondanks dat ik haar verhaal niet kende, bevestigde de aanwezigheid van haar buik, de afwezigheid van die van mij. Ik had deze dag al meer bevestiging gekregen dan me lief was. Ik ben nog naar de balie gelopen om mijn frustratie van de wachtkamer te melden, die arme vrouw kreeg de volle wind, nu hoop ik dat ze wel begreep waar mijn tirade vandaan kwam, toen kon me dat simpelweg niet schelen.
Eenmaal binnen bij de gynaecoloog, hoorde ik de beste man zwijgend aan, Joost sprak wat met hem, ik niet. Ik zat in een bubbel, ik kon niet goed horen, ik dacht alleen aan onze droom die als een zeepbel stuk spatte na het woord 'missed abortion'. Ik dacht aan de uitgerekende datum, de datum van de twintigwekenecho, niet meer op zoek naar leuke knuffeltjes, niet meer na hoeven denken hoe onze families op het nieuws zouden reageren. Ik voelde mijn hart breken, ik voelde een traan over mijn wang glijden gevolgd door angst, angst voor het onbekende, voor die pillen, voor die curettage, voor het vervolg van onze kinderwens...
reacties (0)