Bevallingsverhaal / deel 3

...Ineens gaat bij de verplegers een alarm af. Ze wisselen een blik en de ene rent de kamer uit. De nieuwe verpleegster blijft bij me achter. Ik vraag haar; dat is voor ons zoontje he? Ze beantwoordt dat ze dat niet weet. Ze denkt vast dat ik dom ben...

De tijd lijkt wel stil te staan, het duurt een eeuwigheid voordat ik eindelijk naar de OK mag. Het is al voorbij 14:30, de afgesproken tijd. Ik vraag de verpleegster of ik tijdens de bevalling mijn vruchtwater eigenlijk nog verloren ben. Nee, ze had niets meer gezien. Ik blijf het vreemd vinden. Hoe kunnen liters vruchtwater nou zomaar verdwijnen.

De anesthesist is een vriendelijke man. Hij legt uit dat ik vanwege die halve appel als ontbijt geen narcose mag, maar een ruggenprik krijg. Ik weet niet of dat nu een voordeel is of niet, maar laat het zoals alles maar over me heen komen. Gelukkig gaat het zetten van de prik in één keer goed. Ik voel het amper. Ik moet denken aan alle horror verhalen die je daar vaak over hoort. Gelukkig, eindelijk iets dat goed ging. Er is nog steeds geen plek op de OK en in de wachtkamer is het gruwelijk koud. En nog steeds moet ik plassen. De kinderarts komt nog even langs. Haar dienst zit erop, maar ze wilde me graag nog even persoonlijk vertellen dat m’n zoontje stabiel is. Wanneer ik de OK ingereden word is daar de tweede gynaecoloog weer met een derde collega. Er staan nog ’n hoop andere mensen, geen idee waar die allemaal voor zijn. De anesthesist houdt me aan de praat en leid me af. Ik kan hem niet aankijken en kijk opzij. Hij vraagt me waarom ik weg kijk. Ik geef aan dat ik via de glimmende lamp op het plafond exact kan zien wat er aan de onderkant allemaal gebeurd. Er wordt snel een extra laken opgehangen en ik kan een beetje ontspannen. Om 17:00 uur word ik de recovery opgereden en krijg ik een waterijsje aangeboden. Dat smaakte goddelijk. M’n vriend word binnen gebracht en verteld me eigenlijk precies wat de kinderarts ook al vertelde, dus ik stuur hem weer terug. Ik zie je straks wel. Ik mag pas van de recovery af als ik m’n knie kan optillen. Er gebeurd nog niets, dus voorlopig lig ik hier nog even.

Het is 18:00 voorbij als ik eindelijk de couveuseafdeling opgereden word. Ze hebben hier rooming-in, dus we hebben onze eigen privé kamer. Daar ligt hij dan, ons eerste kind. Mijn zoon. In een couveuse, verbonden aan allerlei kabeltjes, slangetjes en monitoren. Maar wat is hij prachtig.

Zodra ik goed en wel in m’n nieuwe, schone bed geïnstalleerd bent komt de kinderarts van de avonddienst binnen. Ze verteld me dat ons zoontje stabiel is, maar z’n longen onderontwikkeld. Ze hebben al telefonisch overleg gehad met het academisch ziekenhuis in onze provincie. Voor nu kunnen ze hem prima behandelen, maar mocht zijn situatie verslechteren dan hebben zij niet de juiste middelen in huis. Ze willen het voorlopig even aankijken. Het interesseert me op dat moment vrij weinig. Als het beter is om daarheen te gaan dan is dat prima. Ik kan alleen maar staren naar de couveuse en we zijn eindelijk weer samen. Want vasthouden mag ik hem niet. Ons avondeten word gebracht, dat waar die vrouw zo haar best voor deed om me tijdens de weeën te vragen wat ik wilde. Helaas krijgt alleen mijn vriend te eten, want vanwege de nog werkende ruggenprik mag ik niets. Ik krijg een beschuit. Droog, met niets erop.

We besluiten onze ouders te bellen, want we hadden niemand laten weten dat de bevalling was begonnen. Beide opa’s en oma’s zijn volledig verrast. We leggen kort de situatie aan de telefoon alvast uit. Ze komen om de beurt eventjes langs. Om 22:00 komt het verlossende woord. Er is een ambulance met neonatoloog en verpleegkundige onderweg vanuit het academisch ziekenhuis. Ze vinden het toch verstandiger om hem over te plaatsen, nu hij stabiel is. Ze willen niet afwachten om te zien of de situatie verslechterd. De neonatoloog beoordeeld of ons zoontje stabiel genoeg is om te worden verplaatst of dat hij eerst ter plekke behandeld moet worden. Hij legt uit dat behandeling in zijn geval intubatie betekent. Daar schrik ik van. Maar gelukkig is het niet nodig. M’n zoontje wordt overgeplaatst naar een couveuse vastgemaakt aan een brandcard en ze vertrekken. Er is geen plek voor ons in de ambulance. Dus voor de 2e keer die dag neem ik afscheid van m’n kind. Daar gaat hij, helemaal alleen.

Er wordt een 2e ambulance geregeld voor mij, die komt ongeveer een uur later. M’n vriend mag kiezen of hij met de ambulance mee rijd of met zijn eigen auto, maar omdat het al bijna middernacht is kiest hij ervoor om met de ambulance mee te gaan. Terwijl we wachten komt er nog een verpleegster binnen. Ze wil me graag even douchen. De ruggenprik is grotendeels uitgewerkt, maar het idee om te gaan staan staat me niet aan. Ik weiger, maar ze blijft volhouden en haalt me over. Ze ondersteunt me en helpt me met douchen. Dat is een heel gedoe, want ik heb ook nog steeds de blaaskatheter. Deze willen ze laten zitten voor de ambulance rit. Maar het lukt en ze had gelijk. Ik voel me meteen al wat frisser. Ik was bang dat het water pijn zou doen, maar het prikte niet. Al zal de dosis diclofenac daar misschien ook in meespelen. De ambulance arriveert. Ik word op een brancard gelegd en volledig ingesnoerd. Daar gaan we dan. Het is rustig op de weg en de ambulance geeft goed gas. M’n infuus schudt zo hard op en neer dat ie druppels lekt. Ik denk nog dat wellicht de zak zal scheuren en ik dan een plens over me heen zal krijgen. M’n vriend drukt op het knopje om met de broeders te kunnen praten, maar het knopje werkt blijkbaar niet en we krijgen geen contact. In 30 minuten zijn we in het AZ. In normale omstandigheden zou dit een rit van minstens 60 minuten zijn. Ze rijden me naar de kraamafdeling. Omdat het rustig is die nacht zijn er bedden over en mag mijn vriend op mijn kamer blijven slapen. Zodra de broeders weer vertrokken zijn word ik met bed en al naar de NICU gereden door de verpleging. Het is inmiddels 02:00 uur. De NICU is ’n grote zaal met allemaal couveuses op een rijtje. Maar die rijden we voorbij. Ons zoontje ligt apart van de rest in een apart kamertje. Weer schrik ik. Is de situatie dan zo ernstig? Snel word ons uitgelegd dat dit het enige vrije plekje was. Ergens is het wel prettig. We krijgen weinig mee van de afdeling en problemen om ons heen. Eventjes zijn we met z’n drietjes in onze eigen kleine bubbel.

Lang laten ze ons niet blijven. Het is laat en het was een lange dag. Ik val verbazend snel in slaap. Vroeg in de ochtend schrik ik wakker. M’n baby huilt! Tot ik me realiseer dat dit in de kamer naast ons is. Daar word zojuist een kindje geboren. Ik lig er wakker van. Weet niet hoe ik me moet voelen.

1499 x gelezen, 3

reacties (0)


  • Pineapple

    Wat heftig 😔, veel sterkte!

    Verwerking heeft soms langer de tijd nodig en opschrijven helpt! Helaas deel ik deze leed. Fijn om te lezen dat het goed met je zoontje gaat, nu met mama nog! Neem de tijd!

    Sterkte 🤗

  • Wonderful-life

    Heel herkenbaar van de tijd van mijn dochtertje. Nu al bijna 10 jaar geleden, maar heeft zoveel indruk gemaakt dat ik het weer levendig op mijn netvlies zie, als ik je verhaal lees. Sterkte met verwerken, weer een stukje kunnen opschrijven, knap van je!

  • Druif89

    Bedankt voor je reactie. Wat erg dat je een soortgelijke ervaring hebt. Mag ik je een pb sturen?

  • Wonderful-life

    Tuurlijk mag dat!