Verwachtingen en realiteit

Voordat ik moeder werd had ik grootse plannen voor de opvoeding. Ik was zo iemand die afkeurend keek naar jengelende babies in restaurantjes en krijsende peuters in de supermarkt. Ik zou het allemaal veel beter gaan doen. Het was immers allemaal een kwestie van opvoeden. Van consequent zijn.


Ik was er zo eentje die, in stilte, moeders verweet dat ze het niet goed deden. Een kindje die nog niet zindelijk was, was gewoon een kwestie van aanpakken. Alles was een kwestie van oefening. Praten, tellen, klimmen. Kindjes die wat later waren, waren het bewijs dat die moeders niks met hun kindjes ondernamen.


Nee, ik dan. Ik zou steeds geduldig haar vingertjes tellen:'1, 2, 3, 4, 5. En je andere handje?' Mijn kindje zou lief naast me op de bank zitten met een handdoek in haar handje. 'Helpen?' 'Ja, natuurlijk mag jij mama helpen liefje. Wat kan jij dat al goed!' Iedereen zou verstelt staan van wat mijn dochter allemaal kan. Kan ze al tellen? Kan ze al die kleuren en dierengeluidjes al? Ik zou nonchalant mijn schouders ophalen en mijn geheim delen: 'gewoon een kwestie van oefenen'. De andere moeders zouden met het schaamrood op de kaken moeten bekennen dat ze inderdaad veel meer tijd aan hun kindje zouden kunnen besteden. Maar ja, die andere moeders he. Die gaan liever elk stofje in huis te lijf. Beetje niks doen op de computer. Beetje koffie drinken met de buurvrouw en die kindjes lieten ze maar wat aanmodderen.


In klimmen en klauteren zou mijn dochter de beste zijn, ik zou immers urenlang in de speeltuin op een bankje zitten. Tja, als je kind dat nou zo leuk vindt. Toch? Mijn moeder zat toch ook de hele middag in de speeltuin? Beetje gezellig kletsen met de andere moeders, thermoskannetje thee erbij en de kindjes maar spelen, oefenen, ervaringen opdoen. Daar ontwikkelen kinderen immers van. En bewegen natuurlijk, nederlandse kindjes kregen veel te weinig beweging. Dat zou mij niet overkomen. Niks televisie en computer, buiten spelen gaan we. Plassen stampen in het bos, bungelen aan het klimrek. Verbranden die calorien en kweken die spieren!


Echter toen de placenta eruit kwam, bleven mijn ongeduld en prikkelgevoeligheid gewoon zitten. En die zitten soms behoorlijk in de weg met een klein dreumesje.


Natuurlijk mag ze zelf de trap op en af. Maar als ze voor de zoveelste keer een stofje van de traptree pakt en aandachtig wil bekijken, ben ik er gewoon even klaar mee. Dan pak ik haar gewoon op en draag ik haar de trap af. We hebben toch zeker niet de hele dag de tijd. Dat bewegen komt nog wel een keer.


Samen met je kindje de was opvouwen? Alsjeblieft niet, de was moet gewoon 'even snel' gevouwen worden. En mijn Aagje zit zeker niet lief met een handdoekje te frobelen op de bank. Die legt papa's onderbroek boven op de hydrofiele doeken, hoe durft ze! Of ze pakt een washandje om deze achter de bank te gooien, trekt de stapel opgevouwen handdoeken van de bank. De was opvouwen vind ik een hele klus. Zo'n grote berg met allemaal verschillende kleurtjes en stofjes. En waar begin je? Dan kan ik het er echt niet bij hebben dat ik dan ook nog eens als een leeuwin mijn gevouwen wasgoed moet beschermen. Ik weet zeker, dat ik dat vroeger NOOIT zou hebben gedaan. Mijn moeder had het maar makkelijk met zo'n lief kindje.


Vroeger wilde ik 4 kinderen. 4 jongens die aan tafel zaten met al hun vriendjes, want niks was mij te gek. Als een italiaanse 'bertolli' moeder zou ik koken voor al die hongerige jongens. Ik zou lachen om hun geschreeuw en vriendschappelijk gescheld. Ik zou misschien iets mopperen als ze voor de zoveelste keer met hun modderlaarzen door de huiskamer lopen, hoofdschuddend tegen mijn meisjesmoeder-vriendin: 'tja, jongens he' om dan toch weer te moeten glimlachen om die kwajongens. Blij om mijn gezonde, energieke, hollandse jongens. Wat ik niet besefte, en wat heel veel mensen niet lijken te begrijpen, is dat ADHD-ers totaal niet tegen drukte kunnen.


Helaas hoor ik mezelf maar weinig glimlachend mopperen tegen lief Aagje. Veel vaker betrap ik mezelf op een 'Nee Aagje, nu even niet. Loop even door, Aagje. Dit blaadje is precies hetzelfde blaadje als de vorige 500, is helemaal niet interessant. Nee, Aagje hoeft niet bij iedereen de tuin in te lopen, nee Aagje, we gaan niet met je handjes aan de ramen komen, dan moet die mevrouw weer zemen. Aagje hoeft niet boos te worden op mama en eet nu gewoon even je boterhammetje op, is echt niet moeilijk, Aagje kan goed eten. Nee Aagje, blijf af Aagje, hier komen Aagje, even opschieten Aagje, niet gillen Aagje, mama kan er nu even niet tegen. En zo ben ik de moeder die ik vroeger altijd afkeurde.


Want mama kan tegen heel veel dingen niet. Mama kan niet tegen zeurende stemmetjes, mama kan niet tegen handjes die overal aan willen zitten, mama kan niet tegen snotneusjes, mama kan er niet tegen als het wasgoed van het droogrek wordt getrokken, mama kan niet tegen gejank als er niks aan de hand is, mama kan niet tegen weglopen, mama kan niet tegen treuzelen.


Geduldig ben ik niet. Herhaling maakt me gek. 'Nee Aagje' hoor ik mezelf steeds weer zeggen. 'Dit boekje hebben we al drie keer gelezen, nu een ander boekje'. Aagje glijdt na 1 zin van mijn schoot af, dit boekje vindt ze helemaal niet leuk.


Ondanks mijn zorgvuldig geacticuleerde 'drinken!' 'Brood!' 'Eten!' blijft Aagje wijzen 'Die!' Als ze een goede bui heeft, anders is het 'uuuh'. En oke, ik geef toe dat ik iets vaker zorgvuldig zou kunnen articuleren maar kom op, ik heb het zeker al 10 keer voorgedaan. Zo moeilijk is praten toch niet? Ik kan het immers ook.


Trots was ik dat Aagje de koe, de schaap EN het varkentje na kon doen. Helaas is ze het varkentje compleet vergeten en roept mama wanhopig uit: 'kom op Aagje, Aagje kan goed snuiven als een varkentje!' Plotseling en zonder oefening wist ze wel het eendje en kwaakt er enthousiast op los. Vast geleerd toen ik zat te babybyten.


Ik wist dus niet dat ik mezelf zo zou tegenvallen als moeder. Het valt me tegen dat ik nog steeds tijd voor mezelf nodig heb, slaap nodig heb en niet de rust zelve ben. Het valt me tegen hoeveel energie ze mij kost, dat ik haar soms afsnauw terwijl ik weet dat het haar gedrag alleen maar versterkt. Ik wist niet dat het laatste uurtje voordat ze naar bedje gaat zo zwaar kon zijn, dat ik zelfs dat ene uurtje niet meer de kracht en het enthousiasme kan opbrengen om blokjes te bouwen, steeds hetzelfde boekje te lezen en samen liedjes te zingen. Maar niett alles is tegengevallen. Ik wist ook niet dat ik zo zou genieten van haar armpjes om mijn nek, haar natte kwijlerige kusjes op mijn mond. Ik wist niet dat ik zo blij kon worden van haar vrolijke gebrabbel 's ochtends in bed en hoe mijn hart overstroomt van liefde wanneer ze mij enthousiast begroet als ik haar kamertje binnen kom. Ik wist niet dat mijn hart zo kon smelten als ik haar pret zie maken. Ik wist ook niet dat ik zo'n lief kindje zou hebben, dat ze zo zou kunnen stralen en in volle enthousiasme op kindjes kan afstappen. Ik wist niet dat ze zulke schattige billetjes zou hebben en zo dapper de wereld tegemoet zou lopen. Ik wist niet dat het zo goed kon voelen als ze komt duimen op schoot, of haar hoofdje op mijn schouders legt bij het naar bed brengen. Ik wist niet dat ik zo geraakt zou worden als ze me een brede lach geeft tijdens het borstvoeden, of dat ze enthousiast 'dah!' roept als ik haar in haar bedje leg. Ik wist niet dat je zoveel kon houden van zo'n klein beetje mens.

136 x gelezen, 0

reacties (0)


  • wypadki

    haha lol idd heeeeeeeeel herkenbaar! Achja, we kunnen niet perfect zijn he! Ik denk dat heel wat moeders er vooraf anders over dachten

  • Gemma Teller

    Wat een onwijs leuke en vooral herkenbare blog!

  • brassevanniekaap

    Wauw, mooie blog! En zo herkenbaar! Ik moet deze blog maar eens naar wat kinderloze vriendinnen sturen die bezig zijn met kinderen krijgen, want zo zie ik ze ook vaak kijken, haha!